Maakt Maatschappelijke Alliantie ook maatschappelijke meters?

Steven van Eijck: ook bij Maatschappelijke Alliantie een 'Macher"
Steven van Eijck: ook bij Maatschappelijke Alliantie een 'Macher"
22 juni 2016

Het is lang stil geweest rondom de Maatschappelijke Alliantie. Deze mede door de overheid gefinancierde stichting heeft als opdracht meegekregen om de contacten tussen filantropie, overheid en bedrijven te verbeteren en gezamenlijk de impact van maatschappelijke initiatieven te vergroten. Op papier klinkt dat als een doorbraak van het traditionele silodenken, maar wat doet die bepaald nog niet communicatiedriftige Alliantie nu eigenlijk in de praktijk? Hoog tijd om 'kwartiermaker' en bureauvoorzitter Steven van Eijck te vragen: is die Alliantie nu een papieren subsidietijger of gaat zij echte maatschappelijke meters maken? 
 
Fopspeen?
De vraag vanuit de filantropiesector werd ook op de DDB-redactie steeds meer gehoord: wat heeft die Alliantie in de tussentijd eigenlijk concreet bereikt? En wat weten wij  er eigenlijk over? De Alliantie zelf was tot op heden bepaald niet scheutig met tekst en toelichting en had met de aanvankelijke naam MAN (Maatschappelijke Alliantie Nederland) in de ogen van veel sectorgenoten geen gelukkige start: een blanke, middelbare mannenbolwerk. Een hobbyproject? Een fopspeen voor het maatschappelijk middenveld?
 
Broedende kip
Er gebeurde wel wat: MAN verloor haar eind-N en trok in bestuur en uitvoering de diversiteit weer snel recht. Maar of dat nou de groeiende speculaties over een elitair clubje en Haagse achterkamertjes indamde...nee. Nu het adagium dat je een broedende kip niet moet storen zijn houdbaarheidsdatum ruim gepasseerd lijkt, wil Steven van Eijck desgevraagd graag tekst en toelichting geven. Uit zijn verhaal blijkt dat het werk van de Alliantie vaak plaatsheeft binnen een spanningsveld van transparantie en discretie. Veel fondsen hebben om  uiteenlopende redenen geen behoefte aan publiciteit en dat maakt het niet gemakkelijk om met successen direct naar de pers te hollen. Tegelijkertijd onderkent Van Eijck dat er behoefte is aan meer duidelijkheid en in sommige gevallen, zoals voor de Augeo Foundation, komen concrete resultaten wel via de (landelijke) media naar buiten. Hoog tijd dus dat de broedende kip wat eieren laat zien. Maar eerst even terug in de tijd.
 
Catshuis-sessie
De Maatschappelijke Alliantie past in een lange filantropische traditie in ons land, en sluit aan op recente initiatieven waarin samenwerking en professionalisering centraal staan. Een goed voorbeeld hiervan is het convenant ‘Ruimte voor geven’ tussen de Samenwerkende Branche-organisaties Filantropie (SBF) en de overheid, ondertekend in 2011 door Mark Rutte als minister-president  en Steven van Eijck als toenmalig voorzitter van de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie.
Tijdens een ontmoeting van filantropen en leden van het kabinet in april 2014 - de zogenoemde Catshuissessie - werd de aanzet gegeven tot oprichting van de Alliantie. Geconcludeerd werd dat er behoefte is aan meer wederzijds contact, afstemming en gezamenlijk initiatief van filantropische organisaties,  bedrijfsleven en overheid. Het belang van het versterken van het maatschappelijk rendement werd unaniem onderschreven.

Kabinetsopdracht
Met de vorming van een ‘superalliantie’ tussen de grote maatschappelijke actoren overheid, bedrijfsleven en civil society realiseerde Steven van Eijck - enige jaren onafhankelijk voorzitter van superkoepel SBF - niet alleen een persoonlijke, langgekoesterde droom, maar gaf ook inhoud aan een duidelijke kabinetsopdracht. Tegenover De Dikke Blauwe zei hij daarover in een eerder interview: ‘Het kabinet heeft mij gevraagd om deze drie belangrijke maatschappelijke actoren met elkaar in gesprek te brengen met als doel om gezamenlijk – elk vanuit eigen kracht – oplossingen aan te dragen voor problemen die te groot of te complex zijn om ze alleen door een van deze drie partijen aan te laten pakken.'
 
Schuivende panelen
Van Eijck, die als oud-staatssecretaris Financiën in het kabinet Balkenende I de Haagse politiek van binnenuit leerde kennen, agendeert in diverse graemia al langere tijd de noodzaak van nieuwe ‘maatschappelijke arrangementen’ tussen overheid, burgers en bedrijven tegen de achtergrond van ‘schuivende panelen’. Van Eijck: ‘De overheid zoekt draagvlak in de samenleving. Het heeft burgers, maatschappelijke organisaties en ondernemers nodig voor het sluiten en uitvoeren van akkoorden en convenanten. De decentralisatieslag past bij een overheid die meer verantwoordelijkheid legt bij de burgers en veel meer een randvoorwaardelijke rol gaat spelen. Dit is de tijd dat we in die nieuwe arrangementen moeten gaan samenwerken, experimenteren en leren.' [1]
 
Complementariteit
Over de rol die de filantropiesector in dit proces kan spelen, zegt van Eijck: ‘Dat de panelen schuiven is evident. Bij een terugtredende overheid pakken ondernemers steeds meer hun maatschappelijke verantwoordelijkheid – people en planet veroveren hun plek naast profit – en in de filantropiesector zien we een verlegging van focus op absoluut (geef)geld naar meer impactgerichte strategieën. In dat dynamische proces gaat het erom dat iedereen vanuit eigen kracht en met behoud van eigen identiteit een bijdrage gaat leveren. Complementariteit is daarom het kernwoord. Ik kan begrijpen dat er angst bestaat dat de filantropische fondsen in dit proces ondergesneeuwd raken of zich voor het karretje van overheid of bedrijfsleven laat spannen, maar dat is wat mij betreft totaal niet aan de orde. Als oud-voorzitter van SBF weet ik goed welke kracht deze sector bezit en ik denk dat SBF en sector er de afgelopen jaren goed in geslaagd zijn om de overheid daarvan te doordringen. Het begint met elkaar te leren kennen, en naar elkaar te luisteren. Onbekend maakt onbemind.’

Centrum van privaat initiatief
Het is Van Eijck gelukt om de Alliantie in korte tijd een indrukwekkende slagkracht te geven. Het bestuur bestaat behalve uit voorzitter Jan Peter Balkenende ook uit oud-werkgeversvoorman Bernard Wientjes en Irene Rompa (o.m. managing director van DutchBasecamp). De opvallendste naam is daarnaast Laurentien van Oranje, die haar sporen op het gebied van alfabetisering en leesbevordering bij kinderen intussen ruimschoots verdiend heeft en die zich nu - naast allerlei andere maatschappelijke taken actief inzet voor de Alliantie. Maar ook sector-icoon Rien van Gendt gaat zijn rijke ervaring voor de Alliantie inzetten.
Laurentien van Oranje opereert onder de titel 'executive fellow'.Executive fellows, zo legt Van Eijck uit, zijn sleutelfiguren in verschillende sectoren in Nederland en daarbuiten met brede maatschappelijke ervaring en inzichten. Zij betrekken andere relevante denkers en leiders en dragen de vernieuwende maatschappelijke aanpak van de Alliantie en andere spelers op dit gebied met overtuiging uit, zowel nationaal als internationaal. De executive fellow geeft leiding aan dit netwerk van fellows en brengt hen met een gerichte agenda bij elkaar, vaak door middel van 'thematafels'.
 
Thematafels
In het Alliantie-kantoor aan de Haagse Van Karnebeeklaan vinden steeds meer van die 'thema-tafels' plaats. Van Eijck: 'Via de tafels wisselen leiders van filantropische organisaties, bedrijfsleven en overheid kennis en ervaring uit over maatschappelijke vraagstukken. In gezamenlijkheid werken de partijen aan strategische oplossingen door meer langetermijnvisies te ontwikkelen, structurele ‘weeffouten’ te analyseren en de lessen van bestaande werkwijzen te delen. De kennis en ervaring van ngo’s wordt hierbij effectief benut.'
De Alliantie heeft vijf aandachtsgebieden benoemd: veilig en gezond opgroeien, migratie, cultureel erfgoed, circulaire economie en gezond ouder worden. Van Eijck: 'Op drie van die focusgebieden zijn we intussen echte maatschappelijke meters aan het maken. Het thema 'veilig en gezond opgroeien' wordt onder leiding van 'executive fellow' Laurentien van Oranje zeer voortvarend opgepakt; datzelfde geldt voor het migratie-dossier, waar Rien van Gendt de trekker is. Ik werk zelf aan het thema 'gezond ouder worden'.'
 
Werkwijze in de praktijk
Van Eijck: 'En om je nou een idee te geven van hoe dat in de praktijk gaat op bijvoorbeeld zo'n migratie-onderwerp en onze manier van werken, de volgende casus. De overheid krijgt vragen van bezorgde burgers over de instroom van vluchtelingenkinderen. Welke druk gaan zij leggen op de huidige onderwijscapaciteit? En zal dit niet ten koste gaan van de andere kinderen? Staatssecretaris Sander Dekker heeft daar een probleem op te lossen. Wij hebben toen als Alliantie contact opgenomen met de Augeo Foundation, die ervoor wil zorgen dat kinderen veilig en gezond kunnen opgroeien met deze vraag: 'Jullie zijn gespecialiseerd in de opvang van getraumatiseerde kinderen, bijvoorbeeld na sexueel misbruik. Zouden jullie die expertise kunnen inzetten en omwerken voor de opvang van migrantenkinderen?' Het antwoord was: 'Ja, als jullie ervoor kunnen zorgen dat zo'n programma kan worden uitgerold over alle Nederlandse scholen.'
We konden Dekker toen heel concreet dit aanbieden: online tools voor leerkrachten en coaches, waardoor zij beter en sneller kunnen analyseren waar de problemen van kinderen zitten. En hij stemde in met het verzoek om die tools ook landelijk uit te kunnen rollen. Vervolgens heeft Augeo Foundation deze tools verder ontwikkeld. Om een lang verhaal kort te maken: we hebben allemaal op het Journaal kunnen zien hoe dit is aangeboden en intussen al op meer dan elfhonderd scholen wordt gebruikt. Maar we leven niet op een eiland: die problematiek zit ook bij andere landen. Vervolgens hebben wij contact gezocht met de Robert Bosch Stiftung en de Koning Boudewijn Foundation om het in te voeren in Duitsland en België. Hetzelfde verhaal voor Zweden en Turkije.'

De cirkel is rond
Deze casus laat volgens Van Eijck zien hoe alle partijen vanuit eigen kracht bijdragen aan een gezamenlijke oplossing, het basisprincipe van de Alliantie: 'Je ziet en weet dat er in onze fondsenwereld - een van onze primaire achterbannen - allang goede oplossingen bestaan voor specifieke problemen. Je koppelt dat wel of niet aan het bedrijfsleven voor financiering of expertise. Dan komt het bij de politiek voor draagvlak, facilitering en of mede-financiering en zo is de cirkel rond, want zo kunnen de fondsen weer echte impact realiseren.'
 
Internationale component
De vijf nationale kernthema's kunnen dus ook een internationale component hebben, zoals uit het voorbeeld van Van Eijck blijkt. Van Eijck: 'Op internationaal terrein levert de Alliantie met haar partners een actieve bijdrage aan de uitwerking voor Nederland van de ‘Sustainable Development Agenda’ van de Verenigde Naties. Dit schept kansen om Nederland te positioneren als gidsland voor de filantropie en om nieuwe impulsen  te geven aan de vestiging van internationale fondsen in ons land.'
 
Philips Life Centers
Ook hier geeft Van Eijck aan hoe dit in de praktijk werkt: 'Philips Foundation heeft een programma uitgerold dat Community Life Centres heet. Dat zijn klinieken in Afrika die voorzien moeten worden van de best denkbare apparatuur. Dat zijn commerciële cases waarmee Philips uiteindelijk natuurlijk geld mee wil verdienen, maar het effect ervan is dat dit gebeurt met schoon water en met het gebruik van zonne-energie, ook voor de community. En nu wordt het ook interessant voor een aantal fondsen samen met Philips, om te kijken of we tot een gezamenlijk investeringsplan kunnen komen waarbij ook de doelstellingen van de individuele fondsen worden gerealiseerd. Want energie en licht betekenen veiligheid, beter onderwijs, je winkel langer kunnen openhouden, enzovoort. Het mooie hiervan is dat een privaat fonds niet alleen als een soort first loss capital-investeerder optreedt, maar ook op langere termijn zijn doelen kan realiseren.

Overleg met MinFin
Ook in de voorwaardelijke sfeer en samenwerking met de overheid werkt de Alliantie volgens van Eijck aan concrete resultaten, in dit geval met het ministerie van Financiën en de Belastingdienst voor een constructie die het voor fondsen gemakkelijker moet maken om geefkapitaal in te zetten en maatschappelijk te ondernemen. Van Eijck: 'Denk aan een soort schuif waarbij je aan de ene kant het kapitaal puur als geefgeld hebt, en aan de ander commercieel kapitaal. We kunnen nu bepaalde projecten 'plotten' waarbij de opbrengsten fiscaal deels als 'anbi' gelden en deels als 'niet-anbi'. Daarnaast hebben wij eerste stappen gezet om de bestuurders van voornoemde soort projecten niet op grote afstand te laten staan, want het gaat in de praktijk vaak om familiefondsen. Dat is een hele sprong voorwaarts, want je ziet in Nederland dat hele grote kapitalen het land hebben verlaten omdat wij geen bloot eigendom-vruchtgebruik-constructies hebben waarin je bijvoorbeeld voor één of twee generaties afstand neemt van je kapitaal, maar niet je nazaten belast met de keuzes die je daarvoor nu maakt. Dus dan reken je af over de wijzigingen in je stamkapitaal wanneer je na verloop van tijd de zaken weer terugdraait. Zo'n constructie hebben wij niet en dat werkt heel belemmerend om kapitaal van familiefondsen vrij te maken voor maatschappelijke bestemmingen, zo hoorden wij ook in de Catshuis-sessie. Het is dus echt betekenisvol dat wij ook hier, in overleg met ministerie en kabinet, progressie boeken om te zien of we hier een model van kunnen maken.' 
 
Lokaal niveau
Maar naast de nationale en internationale activiteiten wil de Alliantie ook op lokaal niveau verbinden met programma’s van en voor burgers zoals die van lokale fondsen. Van Eijck: 'Een lokaal fonds is een door betrokken bewoners (vrijwilligers) zelfstandig geleide private stichting of organisatie die mensen bij elkaar brengt om de leefbaarheid in de omgeving te verbeteren. Wij willen een constructieve samenwerking met de stichting Lokale Fondsen Nederland om het klimaat voor bestaande en nieuwe lokale fondsen verder te stimuleren.'
 
MaatschappijWij
De Alliantie steunt ook initiatieven zoals fondsenzoeken.nl om vragers en aanbieders van maatschappelijk kapitaal bij elkaar te brengen met behulp van innovatieve matching­methoden. Recent is ook de samenwerking met MaatschappijWij, een open samenwerkingsverband voor een groeiende groep mensen en organisaties die zich inzetten voor een een cultuurverandering in Nederland:  dat 'rekening houden met anderen', 'iets voor iemand anders doen', 'zelf initiatief nemen' en 'samenwerken' centrale voorwaarden voor een goed functionerende 'samen-leving' zijn. Een concreet initiatief van MaatschappijWij is het onlangs gelanceerde online portal Wij Samen voor Elkaar.nl, gesteund een snelgroeiende groep ondernemingen, sportbonden en maatschappelijke organisaties, waaronder ook goede doelen als Rode Kruis, de Zonnebloem en Hartstichting (ook De Dikke Blauwe steunt het platform als mediapartner). De Alliantie steunt dit initiatief onder andere door het organiseren van tafels waarvoor allerlei burgerinitiatieven worden uitgenodigd.
 
[1] Zie ook: 'De verbonden-samenleving. De opkomst van het maatschappelijk middenveld.' dr. Steven van Eijck. De Dikke Blauwe. Jaargids 2014-2015. Pag. 100-105.​
►Het bureau van MA
Het bureau van de Maatschappelijke Alliantie is gevestigd in de Burgemeester Van Karnbeeklaan 6a, Den Haag. Voorzitter van het bureau is Steven van Eijck; directeur is Guus Kramer; Sybrich Zwiers is Operations Manager en Johan Zwaneveld is Office Manager. Het bestuur bestaat uit: Jan Peter Balkenende (voorzitter), Bernard Wientjes (vice-voorzitter) en Irene Rompa. Executibe Fellow is Laurentien van Oranje.
http://www.maatschappelijkealliantie.org
 
♦QUOTE:










'Door niet allen op grond van de eigen expertise, maar juist vanuit één integraal belang te kijken naar risico’s en kansen van een maat­schappelijk vraagstuk, ontstaat een meer strategi­sche benadering. Zo worden de gekozen oplossingen duurzamer, effectiever en efficiënter. Daar zet ik me met overtuiging voor in’.

(Laurentien van Oranje, Executive Fellow MA)
 

 
5/5