Humanitas: ‘Vrijwilligersorganisaties gepasseerd door van Rijn’

Staatssecretaris Van Rijn
Staatssecretaris Van Rijn
18 november 2014
Nieuws | | Vrijwilligers

Staatssecretaris Van Rijn presenteerde vorige week zijn beleidsvoornemens voor de informele zorg van vrijwilligers en mantelzorgers. Uit deze voornemens  blijkt dat de politiek steeds meer rekent op de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. Er blijkt echter alleen budget beschikbaar voor gemeentes en reguliere zorginstellingen. ‘Van Rijn passeert daarmee alle vrijwilligersorganisaties’, meent Humanitas.

Landelijke vrijwilligersorganisaties zien nu al dat de vraag naar vrijwilligers, ook bij complexe problematiek, steeds groter wordt. Gezinnen waar uithuiszetting van kinderen dreigt, licht verstandelijk beperkten met schulden, kinderen wiens moeder in de gevangenis zit, ook deze mensen worden steeds vaker ondersteund door een vrijwilliger. Vereniging Humanitas heeft het eerder gemerkt met schuldhulpverlening: ‘Sinds de gemeenten minder mensen toelieten tot de schuldhulpverlening, als gevolg van nieuwe wetgeving in 2012, is het aantal mensen dat ondersteund wordt door Humanitas-vrijwilligers met 25 procent toegenomen. Ook nu kloppen gemeenten aan bij Humanitas om vanaf 1 januari 2015 een gedeelte van de zorg en ondersteuningstaken door vrijwilligers te laten uitvoeren.’

Onvoldoende capaciteit voor opleiding en begeleiding vrijwilligers
Goede vrijwilligers moeten gevonden, opgeleid en begeleid worden, vindt Humanitas. ‘De overheid heeft echter in 2012 het budget voor deskundigheidsbevordering van vrijwilligers stop gezet. Sindsdien is het moeilijk voor vrijwilligersorganisaties om hun vrijwilligers nog een goede opleiding en begeleiding te bieden. Het leek er tot deze week op dat er, vanwege de transities, weer budget zou komen. Het staat ook genoemd in de Toekomstagenda Informele zorg en ondersteuning van het ministerie. Maar budget is er alleen voor gemeenten en zorginstellingen, niet voor vrijwilligersorganisaties. De steun van de overheid aan vrijwilligers blijft dus bij woorden. Terwijl van hen grote daden verwacht worden.’