Hivos: ‘Klimaatakkoord geeft hoop, nu aan de slag’

Hivos: ‘Klimaatakkoord geeft hoop, nu aan de slag’
Hivos: ‘Klimaatakkoord geeft hoop, nu aan de slag’
14 december 2015
Nieuws | | Organisatienieuws

In Parijs is een historisch klimaatakkoord gesloten. Historisch omdat alle 195 landen meedoen en aangeven stappen te zullen zetten om de uitstoot van CO2 drastisch te verminderen. Historisch ook omdat zelfs het streefgetal van 1,5 graad opwarming wordt genoemd – vooraf was onzeker of een maximum van 2 graden al zou lukken. Hivos is daarom hoopvol gestemd. Vooral voor mensen in lage- en middeninkomenslanden is het klimaatakkoord cruciaal. Zij hebben weinig tot niets bijgedragen aan het huidige klimaatprobleem, maar wel het meest te lijden van de gevolgen van klimaatverandering en zijn het minst in staat de benodigde maatregelen te nemen.
 
Woorden moeten daden worden
Na de plechtige woorden moet de positieve energie worden omgezet in daden, schrijft Hivos. En historisch gezien ligt daar vaak het probleem: om ruim onder een stijging van 2 graden te blijven is actie nodig. Niet straks maar nu al. Met name van rijke landen eist dit daadkracht, om eigen uitstoot terug te dringen en fossiele brandstof te laten waar die is: in de grond. In Nederland dus geen kolen meer. Tegelijk vraagt het om een stevige inzet richting lage inkomenslanden opdat die zich kunnen aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie), en zich kunnen richten op klimaatneutrale ontwikkeling waaronder het gebruik van hernieuwbare energie. Hiervoor is geld nodig en het delen van kennis en expertise.
 
Op deze punten overtuigt het akkoord niet, vindt Hivos. De nationale klimaatplannen die landen voorafgaand aan de top indienden, leiden vooralsnog tot een temperatuurstijging van richting de 3 graden Celsius. Er is dus nog een enorme kloof te dichten. Hiervoor is een onmiddellijk einde aan subsidies aan fossiele brandstoffen en een stevige beprijzing van koolstof nodig.
 
Voldoende steun voor ontwikkelingslanden? 
Financiële steun voor ontwikkelingslanden is in het akkoord wel vastgelegd, als formalisering van wat in Kopenhagen in 2009 al is afgesproken: ieder jaar 100 miljard euro vanaf 2020. De praktijk tot nu leert echter dat geïndustrialiseerde landen hiervoor hun ontwikkelingsgeld gebruiken in combinatie met het laten profiteren van het eigen bedrijfsleven. Zij zijn geneigd gedane beloftes dus zo minimaal mogelijk te interpreteren. Gevolg is dat arme landen veelal zelf de kosten van klimaataanpassingen en klimaatrampen zoals overstromingen en droogtes moeten dragen. Terwijl hier een levensgrote kans ligt om hun groeiende economie in een vroeg stadium op een duurzame manier vorm te geven.
 
De komende jaren zijn cruciaal
The proof of the pudding is in the eating, zoals de Engelsen zeggen. De komende jaren zijn cruciaal om dit akkoord, dat de aanzet vormt voor een werkelijke omslag, ook echt in de praktijk te realiseren. De afspraak om om de vijf jaar klimaatplannen te evalueren en de ambitie zo nodig naar boven bij te stellen, ziet Hivos daarbij als een belangrijke stok achter de deur.