Het Oranje Fonds Groeiprogramma (deel 1): Robert Carsouw

4 december 2008
Nieuws | | Goede doelen

Hoe succesvol sociale projecten vaak ook zijn, meestal blijft het bij lokale initiatieven. Omdat de kennis of de middelen ontbreken voor een nationale opschaling. Adviesbureau McKinsey en het Oranje Fonds startten daarom eind 2007 met het Oranje Fonds Groeiprogramma, waarin 20 initiatieven gesteund worden bij het opzetten van een landelijk vervolg. Deel 1 in een tweeluik over een bijzonder partnership: een interview met McKinsey-partner Robert Carsouw.


Waarom is McKinsey in het Oranje Fonds Groeiprogramma gestapt?

 


Carsouw: "In gesprek met het Oranje Fonds kwam naar voren dat zij tegen een vraag aanliepen die wij al hebben beantwoord. Hoe schaal je een lokaal succes op? In de zakenwereld heeft McKinsey een businessplan competitie georganiseerd. We dachten: laten we dat nu eens toepassen op de sociale sector."

 


Hoe zit dat met de vertaalslag? Bij een sociale onderneming is winst maken immers niet het doel.

 


Carsouw: "Klopt, maar succes wel. Het gaat erom dat je gestructureerd nadenkt. Wat wil ik nou eigenlijk? Wat is de unieke waarde die ik toevoeg? Hoe breng ik daar structuur in aan en welke andere partijen heb ik nodig om succesvol te zijn? Daar moet een samenhangende methodiek aan ten grondslag liggen. Mensen die een bedrijf neer willen zetten zijn deze manier van denken al wat meer gewend. In de sociale sector heb je te maken met een andere mindset, andere achtergronden van mensen. Alleen in die zin is het al waardevol dat we deze methodiek inbrengen."

 


Er kwamen meer dan honderd plannen binnen. Hoe heeft de schifting plaatsgevonden?

 


Carsouw: "We hebben gekeken naar het plan en de man. Bij het plan hebben we gekeken naar de potentiële sociale impact. Ook stelden we de vraag: is het meer dan papier? Zij er al successen? En: is het initiatief opschaalbaar? Bij de man of vrouw vroegen we ons af of we de ambitie begrepen. Waarom wil deze leider het initiatief laten groeien? Belangrijk is ook of er al iets van een track record was. Dus een indicatie of er een goede kans is dat het initiatief met succes wordt neergezet."

 


Wat is de rol van McKinsey?

 


Carsouw: "Tijdens de voorbereiding hebben we een aantal lesmodules neergezet. We zijn ook betrokken geweest bij de trainingen. Daarnaast hebben we een aantal coaches aangeleverd; McKinsey-medewerkers die op persoonlijke basis graag betrokken wilden zijn bij het project. Gedurende het programma hebben we samen met Oranje Fonds het schip bijgestuurd waar dat nodig was."

 


Resultaat- en impactmeting zijn hot items in de non-profit sector. Hoe meten jullie?

 


Carsouw: "Lastig; er is niet één universele meetlat die we langs de twintig initiatieven kunnen leggen. Hoe kun je vergelijken? Het gaat om appels en peren. Het re-integreren van een zware crimineel of een oma naar huis brengen: wat is nu beter? Los daarvan mikken we zo hoog mogelijk. We hebben de sociale pioniers uitgedaagd om met een maximaal ambitieus plan aan te komen. Wat ze nog net aandurven. Die doelstellingen zijn gekwantificeerd. In die zin kunnen we tijdens het project wel vaststellen in hoeverre de ambities en prognoses aansluiten bij de resultaten in de praktijk."

 


Als het om die resultaten gaat: wat is de indruk tot dusverre?

 


Carsouw: "Ik ben erg positief. Er is een grote verscheidenheid van groepen in de samenleving die door de twintig projecten geraakt wordt. Het spectrum van sociale kwesties en het soort oplossingen is ook breed. Natuurlijk weten we over twee jaar pas wat het echte succes is, als de groei inderdaad gerealiseerd is. De voortgang die we planden hebben we tot op heden ook inderdaad geboekt. Voor ieder van de initiatieven hebben de coaches de leiders door vijf gedachtenstappen heen genomen. Daar zijn specifieke plannen uitgerold. Interessant is de rol van die leider. Die gaat veranderen van iemand die goed doet in iemand die goed doen organiseert. Daarover worden intensieve gesprekken gevoerd met de coaches. Het grootste deel van de projecten is nu aan het groeien. Naast al het plannen en het trainen zijn de eerste succesjes geboekt."

 


Hoe past de betrokkenheid bij het Groeiprogramma binnen het bredere mvo-beleid van McKinsey?

 


Carsouw: "We doen gedurende het jaar altijd een paar pro-bono projecten. Daar treden we nooit over naar buiten, tenzij de partner dat wil. In dit geval was dat zo. We krijgen veel projecten aangeboden. Vaak zeggen we: nee, bedankt. Onze inbreng moet echt meerwaarde hebben. Hier kunnen we iets doen wat heel bijzonder is en raakt aan onze expertise. Naast de bijdrage die we leveren aan de maatschappij zijn projecten als het Oranje Fonds Groeiprogramma erg motiverend voor onze mensen. In die zin is er sprake van een tweesnijdend zwaard."