Europees geld jonge vrijwilligers onderbenut

24 mei 2006
Nieuws | | Vrijwilligers

Deze week trok het NIZW International Center aan de bel. De in het kader van het Youth Program van de EU beschikbaar gestelde gelden voor uitzending van jonge vrijwilligers naar het buitenland worden onderbenut. CIVIQ ziet in de promotie van het potje een belangrijke rol weggelegd voor lokale organisaties en gemeenten.
 
De zogenaamde EVS-gelden (European Volunteer Services) worden in Nederland beheerd en verdeeld door NIZW International Center. Het geld uit de regeling kan worden aangewend om Nederlandse jonge vrijwilligers naar het buitenland te zenden. Ook kunnen Nederlandse organisaties een aanvraag indienen jonge buitenlandse vrijwilligers een halfjaar over de vloer te krijgen.
 
Van de mogelijkheden die de regeling biedt wordt echter weinig gebruik gemaakt. Hoe komt dat? Joost van Alkmade is bij vrijwilligerscentrum CIVIQ manager van het jongerenprogramma Enjoy. Hij noemt een aantal mogelijke redenen. “Het NIZW zit met het probleem dat de afstand als centraal orgaan tot de organisaties die het betreft groot is. Gemeenten houden er bovendien een veel breder jongerenbeleid op na, waarin dit een beetje verdrinkt. Een klacht die je hoort bovendien is dat door het moeten indienen van individuele aanvragen veel bureaucratie wordt gecreëerd.”
 
Aan het oplossen van dat laatste probleem wordt op dit moment gewerkt. Eind dit jaar loopt de regeling namelijk af en zal er een nieuwe regeling door de EU worden ingevoerd waarin meer variëteit mogelijk is. Die regeling moet dan natuurlijk wel goed gepromoot worden, anders wacht hetzelfde lot als dat van haar voorganger. “Dat klopt,” zegt Van Alkemade. “Ik denk dat gemeenten en lokale partnerorganisaties daar een grote rol in spelen. Zelf spelen we als CIVIQ een bescheiden bijrol. Onlangs hebben we een netwerkbijeenkomst georganiseerd waarin we organisaties bij elkaar brengen, zodat meer jongeren de kans krijgen om gebruik te maken van de regeling. Nuttig en nodig? Zeker, alle uitgezonden jongeren die ik heb gesproken waren razend enthousiast.”