Collecteopbrengsten relatief stabiel

4 oktober 2006
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

Uit de collecteresultaten over de periode 2000-2005 die door het CBF zijn geregistreerd blijkt een onveranderd stabiel patroon zonder grote, significante trendbreuken. Nederlanders geven onverminderd aan de collectant gemiddeld zo'n €35 miljoen per jaar, met een lichte stijging van het absolute opgehaalde geld (€37 mio. In 2005). Ze blijven het meeste aan gezondheidsfondsen geven (ruim 72%). De gulste gevers zitten traditioneel in de kleinste gemeenten. De provincie Friesland en de gemeente Urk handhaven al even traditioneel hun positie als ruimhartigste gevers van Nederland.


De collecteopbrengsten zijn door het CBF geregistreerd op basis van de cijfers die de gemeenten hebben aangeleverd. Het betreffen hier dus collecten waarvoor door de gemeenten een vergunning is afgegeven. Interessant is het zien of het aandeel van instellingen die niet in het Collecterooster zijn opgenomen, waaronder ook alle lokale initiatieven groter is geworden ten opzichte van de Collecteplan-instellingen. Aan de huidige CBF-cijfers is daarvoor geen bewijs te ontlenen: gemiddeld 90% van de opbrengsten wordt binnengehaald door Collecteplan-instellingen. De resterende tien procent wordt verdeeld onder niet-roosterinstellingen (gemiddeld 4%) en lokale initiatieven (gemiddeld 6%).

 


Groei in absolute zin

De totale inkomsten uit collecten laten over de afgelopen vijf jaar een groei zien van bijna €33 mio. in 2000 naar bijna €37 mio. in 2005. Opvallend is de dip van €32 mio. in 2002. CBF-medewerker Ad Graaman hierover: "Wij hebben geen nader onderzoek gedaan naar de cijfers; we hebben ze alleen geregistreerd. Een factor zou hier kunnen zijn dat vanaf 2003 enkele grote fondsenwervers aan het Collecterooster, zoals Amnesty International en Alzheimer Nederland, zijn toegevoegd. Het lijkt er toch wel op dat zij daardoor hogere collecteopbrengsten hebben kunnen realiseren en de totaalopbrengst hebben opgestuwd. Verder kunnen de euro-conversie en de Eurocollecte en Coins for Care-acties een rol hebben gespeeld."

 


Verdeling naar besteding

Over de afgelopen vijf jaar geven Nederlanders het meest aan gezondheidsdoelen. Deze eisen maar liefst 72,6% van alle collectegeld op. Welzijnsdoelen komen met gemiddeld ruim 18% op de tweede plek, gevolgd door Internationale hulp (ruim 6%). Natuur & milieu blijft met ruim 3% onveranderd de rode lantaarndrager in het bestedingsdoelenlijstje.

Opvallend is de recordopbrengst voor Internationale hulp van €26,5 mio. in 2005. Dit doet de vraag rijzen of hierin een "Tsunami-effect" zichtbaar is.

Ad Graaman hierover: "In dit bedrag kunnen wel Tsunami-giften verwerkt zitten, maar het betreft hier dan nadrukkelijk de plaatselijke initiatieven. Dus de mensen die rond de actie in de buurt zelf met de bus geregistreerd zijn rondgegaan. Uiteraard niet de actie Giro 555 zelf."

 


Gemiddelde opbrengst stijgt: of toch niet?

Gekeken naar de opbrengsten per huishouden lijkt er wel sprake van een significante stijging. Gaven huishoudens in 2000 nog gemiddeld €6,08; in 2005 was dat €7,30. Een stijging van maar liefst twintig procent.

Ad Graaman: "Of die stijging significant is, is te kort door de bocht. Het punt is namelijk dat het aantal door de gemeenten opgegeven aantal huishoudens fluctueert. Lang niet alle gemeenten hebben over de afgelopen vijf jaar elk jaar hun cijfers aangeleverd. Fluctuaties worden ook veroorzaakt door gemeentelijke herindelingen. Je kunt dus niet zeggen dat minder huishoudens gemiddeld meer hebben opgehoest."

 


Kleintjes geven het meest

Gemeten naar opbrengst per provincie komt Friesland als solide koploper uit de bus met gemiddeld €10,56 per huishouden.; gevolgd door Overijssel. Het minst vrijgevig aan de collectant lijken de Limburgers. Zij sluiten de provincielijst met een gemiddelde opbrengst van net geen €5,20 per huishouden.

Op basis van gemeente-grootte is er geen enkele verrassing: hoe kleiner de gemeente, hoe groter de gift. Ad Graaman: "Sociale controle en ons-kent-ons spelen hierbij evident een rol."

Geven de kleinste gemeenten net iets meer dan een tientje, in de grootste steden (boven 100.000 inwoners) werd in 2005 €1,78 gegeven. Dit laatste bedrag is meer dan een verdubbeling van de opbrengst in 2000 (€0,88). Zijn grote stedelingen dus procentueel vrijgeviger geworden?

Ad Graaman: "Ook die conclusie kun je niet zomaar trekken. De registratie van cijfers in de grote steden is niet ‘optimaal'. Dat komt bijvoorbeeld door de opdeling in stadsdeelraden. De gegevens van Amsterdam zijn over de laatste vijf jaar onvolledig; en die van Rotterdam ontbreken zelfs helemaal. Zouden we die cijfers erin betrekken, dan zal de gemiddelde opbrengst ook wel dalen. Vergeet verder niet dat lastig is om voor grote steden collectanten te vinden. De risico's van met geld over straat lopen, mag je niet onderschatten."

 


Urker vrijgevigheid

Het overzicht van de vijftig gemeenten met de hoogste collecteopbrengst per huishouden in 2005 bevat ook bepaald geen schokkend nieuws. Traditiegetrouw staat de gemeente Urk bovenaan. Nu met een gemiddelde opbrengst van ruim €45 per huishouden. Hoewel dit een lichte daling ten opzichte van voorgaande jaren betekent, staat het vissersdorp afgetekend op de eerste plaats. Het dorp Zederik volgt op eerbiedige afstand met bijna €29; gevolgd door Valkenburg (€26,24).

Over de oorzaak van de vrijgevigheid der Urkers is in afgelopen jaren al heel wat geschreven. De jaarlijkse inzameling van de Interkerkelijk Stichting Ethiopië/Eritrea levert traditiegetrouw een uitpuilend collectebus op.

Sowieso vallen de meeste kleinere gemeenten in de ‘bible belt' op door hun bovenmodale, en ongetwijfeld religieus geïnspireerde vrijgevigheid. Overigens zijn in deze collecteresultaten niet de traditionele collecten van de kerken zelf opgenomen: deze collecten - meestal ín de kerkgebouwen - zijn vanwege hun ‘besloten' karakter niet vergunningplichtig en worden derhalve niet geregistreerd bij de gemeenten.

 


Collecteopbrengsten 2000-2005 samengevat:

 


Bestedingsdoelen over laatste vijf jaar:

1. Gezondheid: gemiddelde opbrengst €25.385.583; 72,6%

2. Welzijn: gemiddelde opbrengst €6.361.280; 18,2%

3. Internationale hulp: gemiddelde opbrengst €2.152.856; 6,1%

4. Natuur & Milieu: gemiddelde opbrengst 1.109.374; 3,2%

Collecteopbrengst verdeeld naar landelijk (rooster)instellingen en regionale en/of plaatselinge instellingen over laatste vijf jaar:

Aandeel rooster-instellingen: 91%

Aandeel landelijke/regionale instellingen niet-rooster: 3,17%

Aandeel lokale initiatieven: 5,66%

 


Gemiddelde collecteopbrengst per huishouden ingedeeld naar provincie over laatste vijf jaar:

1.Friesland: €10,56

2.Overijssel: €9,21

3. Gelderland: €7,63

4. Zeeland: €7,54

6. Drenthe: €7,47

7. Groningen: €7,14

8. Utrecht: €6,88

8. Flevoland: €6,14

9. Noord-Holland: €5,77

10.Zuid-Holland: €5,67

11.Noord-Brabant: €5,56

12.Limburg: €5,20

 


Totaal gemiddelde collecte-opbrengst per huishouden over de afgelopen vijf jaar:

€6,53

 


Gemiddelde collecteopbrengst per huishouden naar grootte van gemeente over laatste vijf jaar:

0 < 2.500 inw.: €10,54

2.500 < 5.000 inw.: €9,27

5.000 < 7.500 inw.: €9,65

7.500 < 10.000 inw.: €9,10

10.000 < 12.500 inw.: €8,56

12.500 < 15.000 inw.: €8,47

15.000 < 20.000 inw.: €6,91

20.000 < 30.000 inw.: €5,38

30.000 < 50.000 inw.: €4,63

50.000 < 100.000 inw.: €4,38

100.000 of meer €1,25

 


Gemeente met hoogste collecteopbrengst over laatste vijf jaar:

Urk: gemiddeld €46,69

 


Gemeenten met hoogste collecteopbrengsten over 2005 per provincie:

Drenthe: De Wolden (€11,92)

Flevoland: Urk (€45,27)

Friesland: Kollummerland CA (€19,31)

Gelderland: Oldebroek (€17,40)

Groningen: Ten Boer (€13,67)

Limburg: Valkenburg (€26,24)

Noord-Brabant: Maasdonk (€18,90)

Noord-Holland: Edam-Volendam (€18,21)

Overijssel: Tubbergen (€20,44)

Utrecht: Bunschoten €25,44

Zeeland: Veere (€15,37)

Zuid-Holland: Zederik (€28,93)