Civil Society Congres 2006 Plenair: Benjamin Barber over moed en de civil society

23 juni 2006
Nieuws | | De Dikke Blauwe

Gespreksleider: Benjamin Barber (politicoloog)


Benjamin Barber, auteur van Jihad vs McWorld, is de meester van de oneliners. Een schop onder onze kont moeten wij Europanen hebben! Nog steeds aan het infuus van de staat! Alleen wijzelf kunnen de 'assholization'' stoppen.


Zoals alle Amerikanen vindt ook Barber dat de wereld totaal veranderd is na 11 september 2001. Maar die drastische verandering staat niet los van ontwikkelingen die al eerder waren begonnen, aldus Barber, politicoloog en ex-adviseur van Bill Clinton.


Staat en civil society

Onze westerse maatschappij bestaat uit twee hoofd'werelden': de staat en daarnaast de markt, industrie, productie en consumptie. De filantropische sector staat daarbuiten, de ‘third sector'.

In de VS is de civil society veel groter dan de regering, in Europa is de sector veel meer aan de staat verbonden. In de VS is de staat min of meer het product van de civil society, in Europa is dat in zekere zin andersom.

De civil society in de VS opereert bottom up, in Europa meer bottom down. Bij rampen reageren Amerikanen met: hoe lossen we dat lokaal op? Europeanen zeggen: ‘Wat doet de staat voor ons?'

Barber: ‘A weak state creates a strong civil society.' Barber haalt beleefd, maar flink uit naar ons Europese model. Een staat die fungeert als civil society maakt mensen slap en verlamt elk initiatief.

 


Democratie is hard werken

Maar één ding is overal hetzelfde: in de civil society worden mensen gevormd. Burgerschap is iets wat je moet leren. Democratie iets wat je moet leren. En bijhouden. ‘Democracy and liberty are hard work'. Dat ondervinden de Amerikanen in Irak. Je bent er niet met een grondwet en een regering. Tirannie is makkelijker dan democratie.

Democratie heeft ons geleerd om te gaan met verschillen. In Nederland hebben we ruim een eeuw lang prima kunnen leven met onze strikt gescheiden zuilen. Er was namelijk voldoende gemeenschappelijke basis: de katholieken, protestanten en socialisten deelden een sterk gevoel van Nederlanderschap.

En dát is nu juist wat in veel westerse landen vooral na 11 september helemaal veranderd is.

De verschillen tussen "ons" en allerlei andere culturen zijn domweg te groot. ‘We share less and less'. De multiculturele samenleving en de global society zijn een feit. ‘There's no going back.'

 


Bang, intolerant, slap

We snappen onze medeburgers uit totaal andere culturen niet meer. En dan worden we bang en intolerant.

Er zit maar één ding op, aldus Barber: meedoen, betrokken zijn. Dat overwint elke angst, net als bij een ramp. Toekijken is erger dan de handen uit de mouwen steken.

Stom van ons Nederlanders om die Europese Grondwet af te keuren. Symptoom van angst, meer niet.

In de civil society worden burgers gemaakt én leren ze elkaar kennen. Dat creëert moed en vertrouwen en dat is de enige weg uit de angst die ons westerlingen momenteel verlamt.

De civil society heeft de kracht ons te ‘empoweren'. De cruciale vraag moet steeds zijn: is de ander, die wij zeggen te helpen, óók empowered? Doen we nooit iets voor iemand dat hij niet beter zelf zou kunnen doen?

Moedige burgers durven macht te delen.

Maar wij, Europeanen, kijken eerst naar anderen met macht: wat gaat de regering voor ons doen? We moeten ons afvragen wie we daar nu eigenlijk mee helpen.

 


Luisteren!

Uiteindelijk komt Barber uit bij wat eerder die dag Rien van Gendt van de Van Leer Group Foundation al zei: luisteren is het toverwoord. Dan hoor je wat de ander écht beweegt. Waarmee hij écht geholpen is. We moeten weer leren ons in anderen te verplaatsen, hoe weinig we ook denken gemeen te hebben met die ander. Dat zal ons nog meevallen ook, belooft Barber.

Onze marktgerichte maatschappij heeft consumptie en privé-behoeftenbevrediging centraal gesteld: nu is het weer tijd voor gemeenschappelijkheid. Anders redden we het niet.

Dan is verhuftering (of ‘assholization', zoals een vragensteller het formuleerde) onze toekomst: een wereld waarin iedereen zichzelf het belangrijkst vindt.

Barbers motto komt uit een oude gospelsong: ‘We are the ones we have been waiting for.'

 


Waterval van oneliners

Barber zegt niet iets wat we niet al veel vaker hebben gehoord. En natuurlijk is het geen onzin wat hij zegt. Maar toch denkt de zaal onwillekeurig aan orkaan Katrina. Was misschien toch wel goed geweest als daar een wat sterkere overheid was geweest.

En zoals iemand opmerkte: wij zijn geen Irak of Sovjet-Unie. In Nederland is de staat veel meer iets van onszelf. De staat is in principe niet tegen de burger, maar valt grotendeels samen met de burger.

Een ander probleem: juist de moslimterroristen zijn maar al te zeer producten van geslaagd empowerment. En ze kijken echt niet naar de staat voor hulp.

Barber heeft ook niet alle antwoorden. Maar hij heeft ons wel een uur lang een uiterst boeiende draai om onze oren gegeven in een meeslepende waterval van oneliners.