WNF werkt met kustbevolking Fiji aan behoud van het Grote Zeerif

© Brent Stirton
© Brent Stirton
29 september 2017
Nieuws | | Organisatienieuws

Langs de noordkust van Vanua Levu, het een-na-grootste eiland van Fiji, ligt Cakaulevu of het Grote Zeerif. Met zijn levendige kleuren en ongerepte stranden wordt dit rif ook wel ‘Fiji’s verborgen juweel’ genoemd. Het is een van de drie langste riffen op het zuidelijk halfrond en het biedt een thuis aan 40 procent van alle bekende zeedieren en -planten op Fiji. Zo kun je er bijvoorbeeld de bedreigde langsnuitdolfijn en vijf verschillende soorten zeeschildpadden tegenkomen.
 
Bron van leven voor mens en dier
Zowel de dieren in zee als de mensen op de kust vertrouwen al eeuwenlang op het Grote Zeerif voor hun levensonderhoud. Maar helaas heeft het rif de afgelopen decennia te lijden gehad onder schadelijke visserij, bodemerosie en vervuiling van boerderijen en industrie. Het is van groot belang deze bedreigingen tegen te gaan om het rif te behouden voor toekomstige generaties van mens en dier. WNF en de lokale gemeenschappen hebben deze taak samen op zich genomen.
 
En dat is best een uitdaging. Het rif is 200 kilometer lang en strekt zich uit langs vier provincies waar iedereen op zijn eigen manier zijn qoliqoli (traditionele visgrond) beheert. Maar met gezamenlijke inzet, toewijding en liefde voor het rif hebben de kustbewoners een goed systeem op poten gezet.
 
Rustig opgroeien
In de Qoliqoli Cokovata, bestaande uit 40 dorpen in de provincie Macuata, heeft de hele gemeenschap zich verenigd om het rif te beschermen: vissers, groothandelaars, lokale bestuurders en suikerrietboeren. De jeugd houdt toezicht op de zeeschildpadden. Vissers leren duurzamer te vissen, in aangewezen gebieden en binnen vastgestelde quota. Op plekken waar visserij niet is toegestaan kunnen vissen rustig opgroeien, waarna ze zich verspreiden naar de andere gebieden. Groothandelaars, hotels en lokale bestuurders dragen bij door te kiezen voor duurzame en lokaal gevangen vis en deze ook te promoten.
WNF betrekt vrouwen actief in de veranderingen door ze trainingen te geven op financieel gebied en in het opzetten van een bedrijf. Zo kunnen zij kleine bedrijfjes in vis en zeevruchten starten.
 
‘We moeten om onze kleinkinderen denken’
Veel families in de regio zijn van oudsher geheel van visserij afhankelijk voor hun levensonderhoud. Terwijl de vispopulaties nu onder druk staan, stijgen de kosten van onderwijs, medische hulp en vervoer. Er is dan ook veel behoefte aan alternatieve bronnen van inkomsten. Daarom verleent WNF mensen microkrediet om kleine bedrijfjes op te zetten waar ze kippen, varkens of bijen houden of ananas verbouwen en verkopen. Tot nog toe heeft 80 procent van de deelnemers zijn leningen op tijd terugbetaald.
Vilimaina Nakete, een van de deelnemers aan het project, heeft met hulp van WNF een viswinkeltje opgezet. Ze is scherp gekant tegen niet-duurzame visserij en handel: ‘Ik heb besloten geen ondermaatse vis te kopen omdat ik dat soort praktijken daarmee ondersteun. Het is niet goed voor de zaken en we moeten ook om onze kleinkinderen denken. Ik wil dat zij nog steeds vis kunnen eten en verkopen om van te leven.’