Ars Donandi kent unieke structuur voor Fondsen op Naam

Het bestuur van Ars Donandi
Het bestuur van Ars Donandi
3 november 2016
Nieuws | | Organisatienieuws

(interview met Nico van Leeuwen)


Aanleiding voor dit interview is het 15-jarig jubileum van het KAS BANK Welzijnsfonds en het KAS BANK Studiefonds. Beide fondsen zijn opgericht in 2001. Om de onafhankelijkheid en continuïteit van de fondsen te garanderen zijn zij in 2002 ondergebracht bij Ars Donandi, Stichting voor Welzijn en Cultuur. KAS BANK blijft betrokken bij het giftenbeleid via een Adviescommissie van drie KAS BANK medewerkers. Op www.arsdonandi.nl vindt u meer informatie over de KAS BANK Fondsen.
 
Fonds op Naam om invulling te geven aan maatschappelijke betrokkenheid
Fondsen op Naam verheugen zich in een toenemende belangstelling. Voor vermogende particulieren is een fonds op naam een relatief eenvoudige manier om ‘iets blijvends terug te doen’ voor de samenleving, bij leven én na de dood. Voor ondernemingen en bedrijven is een fonds op naam een goede oplossing om invulling te geven aan hun maatschappelijke betrokkenheid. Een fonds op naam oprichten is relatief eenvoudig. Daarna volgt echter vaak de belangrijkste vraag: hoe waarborgen wij de bestuurlijke en administratieve continuïteit op de lange termijn? Ars Donandi, Stichting voor Welzijn en Cultuur, biedt daarvoor al ruim 20 jaar een unieke oplossing. Nico van Leeuwen, medeoprichter en thans secretaris, vertelt wat deze stichting zo bijzonder maakt.

Voordelen van gezamenlijk beheer
De structuur van Ars Donandi is na 20 jaar nog steeds uniek zegt Van Leeuwen. ‘Om te beginnen richten wij ons uitsluitend op fondsen op naam en niet op vermogensfondsen. Ieder fonds behoudt zijn eigen identiteit, een aspect waar veel oprichters gevoelig voor zijn. Vaak wordt een fonds op naam immers opgericht vanuit een sterke persoonlijke of maatschappelijke betrokkenheid bij een bepaalde organisatie of een bepaald doel, bijvoorbeeld het onderzoek naar kankerbestrijding. Die betrokkenheid kan desgewenst gehandhaafd blijven in de vorm van een Adviescommissie. Maar de beslissing over de besteding van het giftenbudget is uiteindelijk aan het bestuur van Ars Donandi. Wij nemen als stichting immers zowel het bestuur als het vermogen van het fonds over. Dat kan voor de oprichters of hun erfgenamen een heel emotioneel besluit zijn waarbij je elkaar volledig moet kunnen vertrouwen. Soliditeit, onderling vertrouwen en integriteit zijn dan ook de belangrijkste redenen waarom fondsen op naam kiezen voor Ars Donandi.’
 
Anno 2016 biedt Ars Donandi onderdak aan 36 fondsen op naam met in totaal 32 miljoen euro vermogen en een giftenbudget van circa 700.000 euro. Verdere groei ligt in het verschiet. Juist het als één geheel bewaren en beheren van de ondergebrachte vermogens ziet Van Leeuwen als het sterke punt van Ars Donandi. ‘Een vermogen van 32 miljoen euro levert nu eenmaal meer op dan 36 apart beheerde vermogens. De beheerkosten zijn ook lager. Dat heeft een gunstig effect op zowel de instandhouding van het vermogen als het totale giftenbudget.’
 
Optimaal rendement door kruisbestuiving
Nog een belangrijk voordeel van het gezamenlijk beheer is de optimale ‘kruisbestuiving’ tussen de verschillende fondsen op naam. ‘Als een projectaanvraag bijvoorbeeld niet past bij de doelstelling of het giftenbudget van het betreffende fonds, dan kijken wij altijd naar andere mogelijkheden binnen Ars Donandi. Zo bereik je een optimaal maatschappelijk rendement.’
Het bestuur richt zich volledig op ‘de kunst van het geven’, de letterlijke vertaling van Ars Donandi. De administratieve en bestuurlijke ondersteuning van Ars Donandi is in handen van het Charity Office van Insinger de Beaufort, net als het vermogensbeheer. ‘De portefeuille wordt actief beheerd volgens het door ons afgegeven mandaat en beleggingsbeleid. Dat gaat allemaal op basis van vertrouwen. Bij iedere bestuursvergadering krijgen we een overzicht van de beleggingsresultaten. Zo nodig stellen we het beleggingsbeleid dan bij.’

‘De slag om de donateur’
Ars Donandi wil de komende jaren graag verder doorgroeien en ziet daar goede mogelijkheden toe. Die groeidoelstelling moet wel gerealiseerd worden in een ‘vechtmarkt’ tussen goede doelen om nieuwe inkomsten. ‘Donateurs kijken steeds kritischer naar het giftenbeleid en de manier waarop daarover verantwoording wordt afgelegd. Wij zijn volkomen transparant over onze financiën en de manier waarop projecten door ons worden beoordeeld en ondersteund. Dat doen wij overigens nooit langer dan drie jaar, want we willen vermijden dat een project geheel van onze ondersteuning afhankelijk wordt. Ondertussen wordt marketing steeds belangrijker, ook voor ons. Wij brengen de mogelijkheid om bestaande én nieuwe fondsen onder te brengen bij Ars Donandi bijvoorbeeld actief onder de aandacht van notarissen.’

Wat verder helpt bij de ‘slag om de donateurs’ is een transparante kostenstructuur. ‘Wij betalen Insinger de Beuafort jaarlijks een vaste vergoeding voor de ondersteuning door het Charity Office. Daarnaast betalen we een vergoeding aan de administrateur en de externe accountant. That’s it. Toch is dat voor veel mensen niet eens het belangrijkste argument bij het bepalen van hun keuze voor Ars Donandi. Als je echt een goed doel bent, komen ze vooral naar je toe op basis van zaken als soliditeit, integriteit en vertrouwen.’

Professionalisering is goede zaak
Door toenemende regelgeving en toezicht zullen kleine stichtingen en fondsen op naam het steeds lastiger krijgen om zelfstandig te blijven, voorspelt Van Leeuwen. Een ‘koude sanering’ acht hij niet ondenkbaar. ‘Voor bestuurders is het langzamerhand een hels karwei om aan alle eisen en regelgeving te voldoen. De verplichte website in de lucht houden lijkt eenvoudig, maar kost veel tijd. Net als een financieel en bestuurlijk jaarverslag opstellen met een heldere verantwoording van alle activiteiten, inkomsten en uitgaven.’

De huidige professionalisering van de charitatieve sector vindt hij daarom een goede zaak. ‘Een stichting is eigenlijk een merkwaardig rechtsfenomeen. Je kunt met relatief weinig vermogen een stichting oprichten. Vervolgens is er echter vrijwel geen toezicht meer. Dat kan wel eens tot ongewenste situaties leiden.’ Door de toegenomen regelgeving ziet Van Leeuwen een duidelijke stijging van het bestuurlijk niveau. ‘Even’ de buurman als bestuurder vragen kan eigenlijk niet meer. Er moet een brede deskundigheid en diversiteit aanwezig zijn binnen het bestuur. Ook bij Ars Donandi blijven wij daarom streven naar uitbreiding van ons vijfkoppig bestuur met minimaal twee jonge bestuurders met specifieke vakkennis.’
 
2/2