In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. En dat aantal stijgt. De gevolgen strekken zich over volgende generaties uit, want kinderen van laaggeletterde ouders beginnen vaker al met een taalachterstand op school. Sinds 2020 zijn individuele gemeentes verantwoordelijk voor de aanpak en Geke van Velzen, directeur-bestuurder van Stichting Lezen & Schrijven, doet er alles aan om versnippering van kennis en kunde te voorkomen. Om de partners uit een lokaal taalnetwerk te helpen hun gezamenlijke aanpak verder te versterken ontwikkelde de Universiteit Utrecht op verzoek van Stichting Lezen en Schrijven het Groeimodel Aanpak Laaggeletterdheid. De lokale samenwerking tussen gemeenten, bibliotheken, onderwijsinstellingen, sociale diensten, vrijwilligersorganisaties, werkgevers en cliënten vormt een cruciaal onderdeel van de aanpak van laaggeletterdheid. Geke van Velzen,: ‘Wij kunnen adviseren over de inzet van dit instrument. Er zijn al zo'n 30 gemeenten die met het groeimodel aan de slag zijn of hebben aangegeven dat te willen.’