Onderzoek Universiteit Tilburg: stichtingsvorm lijkt nieuwe favoriet van criminelen

Onderzoek Universiteit Tilburg: stichtingsvorm lijkt nieuwe favoriet van criminelen
Onderzoek Universiteit Tilburg: stichtingsvorm lijkt nieuwe favoriet van criminelen
17 juli 2018
Nieuws | | Goede doelen

Personen met een dubieuze achtergrond proberen regelmatig om zich positief te profileren met het steunen van sportverenigingen, maar ze zitten ook achter goede doelenstichtingen. Minimaal een op de drie Nederlandse gemeenten kent wel een dergelijke ‘weldoener.’ Dit blijkt uit onderzoek van Tilburg University in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap. Volgens de onderzoekers lijkt de BV als dekmantel voor criminelen snel terrein te verliezen aan de stichtingsvorm. Het toezicht op geldstromen via stichtingen en verenigingen schiet volgens hen ernstig tekort. Bonafide goede doelen lijden daardoor imagoschade.

Een op de drie grote gemeenten

Weldoenerschap biedt personen met een verdachte achtergrond de gelegenheid om hun aanzien in de samenleving te vergroten. Dit was al bekend uit het buitenland. Een voorbeeld is de Colombiaanse drugsbaron Pablo Escobar, die investeerde in sociale voorzieningen, huizen, sportvelden, scholen en allerlei soorten van armenzorg. Ook in Nederland kunnen gemakkelijk voorbeelden worden gevonden, maar tot op heden ontbrak systematisch onderzoek. Het rapport ‘Ondermijning door criminele weldoeners’ opgesteld door onder anderen hoogleraar criminologie Toine Snapens laat zien dat het probleem in vrijwel alle grotere gemeenten bekend is. Er zijn ruim 50 casussen, waarvan dertien rond goede doelenstichtingen, bestudeerd. Gemiddeld heeft een op de drie gemeenten een criminele weldoener binnen de grenzen. 

Gebrek aan controle serieus probleem

De belangrijkste vorm is het sponsoren van sportverenigingen, vooral in het voetbal. De financiële steun loopt uiteen van het kopen van een reclamebord tot het betalen van de complete jeugdopleiding. Een variant hierop is het financieren van evenementen. Criminelen blijken daarnaast met stichtingen de meest uiteenlopende goede doelen te ondersteunen. Die stichtingen worden echter ook misbruikt voor criminele activiteiten. ‘Gebrek aan controle op stichtingen is al langer een bekend en serieus probleem’, menen de onderzoekers. 

Kinderen en weeshuizen

In het onderzoek kwamen dertien casussen naar voren waarin de respondenten spreken van stichtingen (vermoedelijk) gerund door criminelen. Deze stichtingen hebben op papier een goed doel, en zijn daarin soms nationaal, soms internationaal gericht. De vijf stichtingen waarbij precies duidelijk was welke activiteiten ze ontplooiden, hadden heel uiteenlopende doelen. Op het buitenland georiënteerde stichtingen richtten zich bijvoorbeeld op het bieden van humanitaire hulp in Afrika, Azië, het Midden-Oosten of Oost-Europa, door projecten voor kinderen en weeshuizen te organiseren, maar ook door spullen op te sturen, zoals knuffels of kleding.

KvK biedt geen helderheid

In Nederland zelf gaat het bijvoorbeeld om projecten voor kansarme kinderen, maar ook om gemeenschapshuizen waar activiteiten worden georganiseerd voor specifieke etnische doelgroepen. Daarnaast komen allerlei rechtspersonen naar voren waarvan niet erg duidelijk is wat ze precies doen, maar waarbij uit de naam kan worden afgeleid dat het kan gaan om zaken als gezondheid, babyverzorging, milieu, dieren, ouderen, werkplaatsen, het aanpakken van zinloos geweld, enzovoorts. In één casus was sprake van een weldoener met vier stichtingen, terwijl in een ander geval een ‘makelaar in rechtspersonen’ ruim dertig, al dan niet actieve, stichtingen op zijn naam had staan. De wijze waarop de stichtingen staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel biedt lang niet altijd helderheid over hun precieze activiteiten.

Steeds dezelfde notaris

De personen die worden opgevoerd als ‘bestuurders’ hebben vaak geen enkele kennis van of affiniteit met de activiteiten van de stichting, of duiken op allerlei plaatsen op. In de regel treden vrienden, kennissen of familieleden van de criminele hoofdpersoon op als bestuurslid. In een zaak waarin sprake was van een groot aantal stichtingen, zagen de geïnterviewden ook steeds dezelfde notaris opduiken, die klakkeloos alles goedkeurde. De onderzoekers concluderen: ‘Deze Stichtingen zijn ondermijnend omdat ze, veel meer dan sponsoring, worden gebruikt voor het plegen van strafbare feiten, om criminele activiteiten te faciliteren, of om ze te verhullen.’
 

'Een stichting is veel gemakkelijker'

De onderzoekers: ‘Als crimineel ben je vandaag de dag achterlijk om nog een bv op te zetten. Een stichting is veel makkelijker! Bij een stichting hoef je je niet te verantwoorden,’ aldus een geïnterviewde. Fiscale controles vinden slechts mondjesmaat en steekproefsgewijs plaats en het toezicht op geldstromen die via stichtingen en verenigingen lopen, schiet derhalve ernstig tekort. De stichtingen worden bijvoorbeeld gebruikt om fraude te plegen, crimineel geld wit te wassen of om een plek te creëren waar illegaal kan worden gegokt. Een stichting met een ideëel doel kan voor oplichters een hulpmiddel zijn om het vertrouwen te winnen van leveranciers, die vervolgens niet worden betaald.’
Naast directe vormen van ondermijning, heeft het rommelen met goededoelenstichtingen volgens de onderzoekers ‘uiteraard ook een negatief effect op het imago van de sector als geheel, waardoor ook bonafide inspanningen voor goede doelen schade kunnen lijden.’
De onderzoekers: ‘Als crimineel ben je vandaag de dag achterlijk om nog een bv op te zetten. Een stichting is veel makkelijker! Bij een stichting hoef je je niet te verantwoorden,’ aldus een geïnterviewde. Fiscale controles vinden slechts mondjesmaat en steekproefsgewijs plaats en het toezicht op geldstromen die via stichtingen en verenigingen lopen, schiet derhalve ernstig tekort. De stichtingen worden bijvoorbeeld gebruikt om fraude te plegen, crimineel geld wit te wassen of om een plek te creëren waar illegaal kan worden gegokt. Een stichting met een ideëel doel kan voor oplichters een hulpmiddel zijn om het vertrouwen te winnen van leveranciers, die vervolgens niet worden betaald.’
Naast directe vormen van ondermijning, heeft het rommelen met goededoelenstichtingen volgens de onderzoekers ‘uiteraard ook een negatief effect op het imago van de sector als geheel, waardoor ook bonafide inspanningen voor goede doelen schade kunnen lijden.’

Motorbendes

In de casussen die met voedselbanken te maken hebben, profileren alle betrokkenen zich uitgebreid op sociale media. De onderzoekers: ‘Ook degenen die zich inspannen voor monumenten, kunst of erfgoed, proberen daar goede sier mee te maken. Vooral outlaw motorcycle gangs zijn bewust bezig zich positief te presenteren. Satudarah is erg actief met stichtingen, bijvoorbeeld voor zieke kinderen. Enkele geïnterviewden stellen dat de veelheid aan negatieve berichtgeving over criminele activiteiten die ertegenover staat en de overheid die er bovenop zit en elke openlijke activiteit, zoals een ride out, als het even kan verbiedt, het effect van die pogingen wel teniet lijken te doen. In een andere casus werd, door een andere motorclub, vooral misbruik gemaakt van de naam van een liefdadigheidsstichting. De club organiseerde bijvoorbeeld een bijeenkomst waarop honderden bikers uit het hele land afkwamen, waar ze op sociale media kond van deden, terwijl dat niets van doen had met de ideële doelstelling van de stichting waar het evenement plaatsvond.’

Terrorismefinanciering

De Nederlandse Financial Intelligence Unit (FIU) krijgt steeds meer meldingen binnen over stichtingen die als rechtspersoon misbruikt lijken te worden voor het financieren van jihadistische strijders of terroristische organisaties. Het zou daarbij vooral gaan om in Nederland gevestigde stichtingen die (online) duizenden euro’s inzamelen voor noodhulp in het Midden-Oosten, maar waarvan de geldstroom niet goed te traceren is. De stichting als rechtspersoon maakt het mogelijk om te verbergen wie er daadwerkelijk achter zitten. Het hoofd van de FIU geeft echter aan dat niet iedereen heimelijk doneert aan dit soort stichtingen. Zo stelt ze: ‘We hebben ook donaties voorbij zien komen met als omschrijving: “voor de broeders” of “voor de strijd”.’ Het Openbaar Ministerie startte in 2015 een onderzoek naar een dergelijke casus in de omgeving van Geleen. Dit leidde in februari 2017 tot veertien invallen op verschillende locaties, die gelinkt waren aan twee organisaties. Het ging om de stichting Baby Care en de stichting Islamitisch Centrum Westelijke Mijnstreek, waar ook de eerder in opspraak geraakte Geleense Al Houda-moskee onder valt. Volgens de burgemeester van Sittard-Geleen Sjraar Cox, was deze moskee in een recordtijd afbetaald, zonder dat duidelijk was waar het geld vandaan kwam. Al in 2016 zou hij om opheldering over de financiële situatie van de moskee hebben gevraagd. De moskee raakte ook in opspraak omdat de omstreden prediker Abou Hafs daar een lezing zou komen geven en omdat de moskee mogelijk banden zou onderhouden met een groep Haagse jihadisten. Stichting Baby Care is een aan de moskee gelieerde liefdadigheidsorganisatie die als doel heeft om, onder andere in conflictgebieden zoals Syrië en de Gazastrook, baby’s, kinderen, vluchtelingen en minderbedeelden te helpen. Het opsporingsonderzoek in 2017 was vooral gericht op witwaspraktijken door zowel de stichting Baby Care als de Al Houda-moskee. Beide stichtingen zijn met elkaar verbonden door onder andere de secretaris en vicevoorzitter van de moskee, Laarbi A., die ook als enige bestuurder van de stichting Baby Care optrad (Nieuws.nl, 2017a). De voorzitter van de moskee, bekeerling Stefan Z., werd aangehouden op verdenking van witwassen. Bij Laarbi A. kwam daar nog bij: deelname aan een criminele/terroristische organisatie.

Zelfregulerend toezicht

Het toezicht op goede doelen in Nederland is op basis van zelfregulering: de overheid laat het toezicht over aan de sector zelf. Het CBF houdt daartoe toezicht op alle (meer dan 500) goede doelen die een Erkenning hebben gekregen en daarmee voldoen aan strenge eisen op het gebied van bijvoorbeeld bestuur en beheer van gedoneerd geld. In de Erkenningsregeling die in 2016 van start is gegaan is ervoor gekozen om het CBF, naast het actieve toezicht op deze erkende organisaties, een 'reactieve toezichttaak' te geven. Dit betreft toezicht op zowel erkende als niet erkende organisaties op basis van meldingen van het publiek, gemeenten of andere belanghebbenden. De normen van de Erkenningsregeling inclusief de hierin afgesproken gedragscodes en de Nederlandse wet- en regelgeving worden als toetsingskader gehanteerd. Als organisaties deze niet naleven, spreekt het CBF hen hierop aan en stuurt aan op gedragsverandering. Bij erkende organisaties kan verscherpt toezicht of intrekking van de Erkenning als sanctie worden ingezet. Het CBF heeft dus geen jurisdictie over niet-erkende stichtingen. Bij niet erkende organisaties kan in het uiterste geval overgegaan tot melding bij het OM. Hierover zijn tussen CBF en OM goede afspraken gemaakt.

Download het rapport: klik hier.
2/2