Pleidooi voor ‘geronto-filantropie’De jacht op rijke ouderen is geopend

2 juli 2015
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

In zijn oratie als hoogleraar ‘Filantropie en sociale innovatie’ aan de Universiteit Maastricht hield Theo Schuyt op 18 juni een pleidooi voor een nieuwe onderzoeksrichting ‘geronto-filantropie’. Wie zijn die rijke ouderen die verantwoordelijk zijn voor ‘De Gouden Eeuw van de Filantropie’? Wat beweegt hen om goed te doen en majeure vermogens niet aan hun kinderen, maar aan het goede doel over te dragen?

De komende jaren wordt er een gestage groei verwacht in filantropische bijdragen aan het algemeen nut. Als we alleen naar de VS en West-Europa kijken, noemt Schuyt een aantal factoren die deze ‘filantropische opleving’ verklaren. ‘De eerste factor is van economische aard. De geïndustrialiseerde wereld is rijk, al is de rijkdom ongelijk verdeeld. De naoorlogse generatie in deze landen is welvarend geworden en geeft haar geld door aan de volgende generatie. Een algemene welvaartsstijging is dus een belangrijke voorwaarde voor filantropie.’

Demografisch
De tweede factor is volgens Schuyt demografisch van aard. ‘Veel landen met een welvarende naoorlogse generatie worstelen met de problemen van een snel vergrijzende bevolking. Tegelijkertijd worden de gezinnen steeds kleiner. Dus wordt er meer geld aan minder kinderen nagelaten. Ouderen zonder kinderen zorgen voor 98% voor alle nalatenschappen ten gunste van goede doelen. Daarnaast blijkt leeftijd zelf een belangrijke factor voor het geefgedrag van mensen.’

‘Do it yourself’
De derde factor die Schuyt noemt, is sociaal-cultureel en politiek. ‘Mensen hechten meer waarde aan zingeving en betekenisgeving. Met als gevolg een toegenomen bewustzijn van burgerschap in geïndustrialiseerde samenlevingen, een grotere zelfstandigheid (samenhangend met een hoger onderwijsniveau), en een gevoel van onafhankelijkheid.’ Filantropie past volgens Schuyt in deze trend van ‘Do it Yourself’.

Charity desks
Deze laatste factor verklaart waarom ‘geven met de warme hand’ de laatste jaren ‘hot’ is in de filantropie. Niet alleen bij de fondswervende organisaties en non profits zoals universiteiten en culturele instellingen die de jacht op de major donors hebben geïntensiveerd nu de markt van kleingevers afgegraasd lijkt, maar ook bij de vermogensbeheerders. Schuyt merkt op: ‘Alle grote banken in Nederland hebben recentelijk ‘Charity Desks’ toegevoegd aan hun private banking-afdelingen. Vermogensfondsen bieden particulieren de mogelijkheid bij hen een fonds op naam te vestigen. Alle grote geldwervende fondsen hebben een ‘major donor-afdeling’. Voor de High Networth Individuals (HNWI’s) vermogenden is er namelijk een economische reden, jawel een economische reden om filantroop te worden of een filantropische foundation te stichten. Het advies dat zij van hun vermogensbeheerder krijgen luidt kortweg als volgt: ‘als u uw hele vermogen van tientallen, honderden miljoenen aan uw kinderen geeft, dan wordt dat binnen één generatie besteed aan echtscheidingsadvocaten, Ferrari’s en heroïne. Het beste dat wij u vanuit economisch standpunt kunnen adviseren is het stichten van een ‘Family Foundation’, because it keeps the family together’. Anders kunt u uw geld beter uit het raam gooien.’

Geronto-filantropie
Hoeveel geld er beschikbaar komt in de ‘Gouden Eeuw van de Filantropie’ in Nederland? Schuyt wijst op schattingen van zijn VU-collega en opvolger als onderzoeksleider prof. René Bekkers, die denkt dat tot 2059 zo’n €86 miljard naar goede doelen zal gaan via nalatenschappen. ‘Ik denk dat we daar iets mee moeten’, aldus Schuyt in een interview in Trouw (19 juni). Als wetenschapper houdt Schuyt daarom in zijn oratie een warm pleidooi voor een nieuwe onderzoeksrichting ‘geronto-filantropie’.
Schuyt: ‘De combinatie filantropie en ouderen is zowel voor economen – specifiek voor ‘finance’-onderzoekers – als binnen het gerontologische onderzoekinnovatief en leidt tot een nieuw begrip en onderzoeksrichting: de studie van de ‘geronto-filantropie’. Welke ouderen vormen de pijlers van de verwachte ‘Gouden eeuw van de filantropie’. Wat bepaalt of ouderen geven of blijven geven? Zijn dat sociale factoren, psychische- , fysiologische, biochemische factoren of is het een combinatie? Welke ouderen geven en welke niet of zijn het van plan? Deze – en andere vragen staan in deze onderzoeksrichting centraal. Ik hoor de private bankers en charity desk officers de oren al spitsen!’

Wilt u de volledige tekst van Schuyts oratie ‘Philantropie dynamique: over de sociologische betekenis van de herintrede van een sector’ lezen? Klik hier.