Oproep aan SBF om certificering opleidingen op te pakken

29 september 2010

AMSTELVEEN (29 september) - "De minor Fundraising Grantmaking & Sponsoring wil een volwaardige, ook door diezelfde beroepsgroep erkende, opleidingsmogelijkheid zijn en het ligt daarom voor de hand dat de SBF de certificering van opleidingen voortvarend zal oppakken", aldus docent Bert Sleijster van Hogeschool Windesheim in Zwolle, waar op 21 september de eerste zeven diploma's Fundraising Grantmaking & Sponsoring op hbo-niveau werden uitgereikt.

Windesheim-docent Bert Sleijster (projectleider minor FG&S) deed zijn oproep in het openingswoord van de diplomauitreiking. Sleijster riep in herinnering dat de minor juist is ontstaan op uitdrukkelijke aandrang vanuit de beroepsgroep.

33 studenten
Voormalig FIN-bestuurder en oud-directeur VSB-Fonds Arthur Offers feliciteerde de filantropische sector en Hogeschool Windesheim met het minoraanbod FG&S, dat in totaal twee semesters beslaat. Het aantal deelnemers aan de minor neemt sterk toe. Op dit moment volgen 33 studenten de minor FG&S1. Offers zwaaide lof toe aan de geslaagde studenten die tijdens de tweede minor voor de Haëlla Stichting gewerkt hebben aan een project waar duurzaamheid centraal stond. Studenten kwamen met adviezen hoe aanvragers op duurzaamheid te beoordelen en reikten een set van criteria aan waarmee een fonds kan toetsen hoe het staat met de duurzaamheid van het fonds zelf.

Volgens Offers luidde het retorische dilemma voor de filantropiesector een tiental jaren geleden "hoe kan je nu professioneler worden zonder eigen opleidingen?" Hij prees de initiatieven genomen door onder anderen Theo Schuyt om te komen tot goede opleidingsmogelijkheden binnen het reguliere onderwijs, die Hogeschool Windesheim en de VU tegenwoordig bieden.

Groeimarkt
In zijn publieke college schetsteTheo Schuyt de positieve loopbaanvooruitzichten van de studenten in de fondsenwervingsmarkt ('groeimark'), Schuyt voorziet een grote behoefte nu en in de toekomst aan fondsen- en sponsorwervers en fondsentoekenners. Naast de vermogensfondsen en de fondsenwervende instellingen ziet hij vooral een toename in die sectoren die tot voor kort aangewezen waren op 'Den Haag' voor financiering. Te denken valt hier aan hbo-instellingen en universiteiten, maar ook aan de zorg- en welzijnsector. Schuyt weet het zeker: "Het beroep van fondsenwerver stijgt in achting".

Collectieve strategie
Verder schetste Schuyt het pad om te komen tot professionalisering van de sector. Dit vraagt allereerst om een beroepsgroep die een eigen collectieve, gemeenschappelijke strategie heeft. Naast een duidelijke missie en handboeken zijn maatschappelijke en wetenschappelijke steun voorwaarde voor de sector. Een professionele sector kent bovendien een geformaliseerd opleidingsprofiel en legitimatie hiervan door de sector en/of de overheid. Schuyt waarschuwde ook: "Professionalisering draagt het risico in zich dat het een samenzwering wordt tegen de samenleving", daarmee doelend op het gevaar dat een professie elitair wordt en zich vervreemdt van zijn eigen basis en bestaansreden.