Nieuwe EFC-Principles: verplichte kost

10 januari 2007
Nieuws | | Governance & Finance

In December van het afgelopen jaar hebben de leden van het European Foundation Centre een nieuwe Principles of Good Practice aangenomen. Rien van Gendt, directeur van de Van Leer Group Foundation, was voorzitter van de voorbereidende commissie. De nieuwe Code of Practice is niet alleen voor de leden van het EFC bedoeld, maar kan als gids en discussiestuk door ieder vermogensfonds of fondsenwervende instelling gebruikt worden.


De nieuwe Code moet gezien worden tegen de achtergrond van de grote groei van stichtingen in de EU, de diversiteit ervan, de nieuwe manieren van geven, de opkomst van Venture Philanthropy en de steeds verdergaande samenwerking met private en publieke partners. Denk daarnaast aan de opkomst van begrippen als Maatschappelijke Verantwoordelijkheid, Good Governance, Cross-border Filantropie en de angst voor misbruik door criminelen.

 


Aan de code is twee jaar gewerkt. Er is ook een inventarisatie gemaakt van de bestaande codes en regelgeving in de verschillende Europese landen en er is door de voorbereidende commissie gekeken naar landen buiten Europa en naar andere sectoren.

 


Volgens Rien van Gendt is de Code zeker niet overbodig. De enorme diversiteit in de Europese filantropie markt vraagt om een helder en door iedereen te onderschrijven raamwerk, stelt hij. Middels deze Code kan een goede discussie op gang komen waardoor de sector zelf zowel internationaal als nationaal in de ‘driving seat' blijft. Dit leidt volgens Van Gendt tot een verdere professionalisering met duidelijke verantwoordelijkheden voor iedere speler op de filantropische marktplaats.

 


De Code bestaat uit zeven principes van Good Practice, deels ook gebaseerd op social issues. Bovendien is een praktische handleiding meegegeven voor implementatie van deze principes.

 


De Code biedt ruimte voor interpretatie en kan als basis dienen voor permanente discussie voor de Filantropie sector, de stichtingen zelf, de individuele spelers en de overige stakeholders. Daarnaast kan de Code een mogelijke aanzet zijn tot een Europees Statuut voor Stichtingen.

 


Diversiteit van de filantropische sector is volgens van Gendt van groot belang.

Van Gendt ziet in Nederland te weinig onderscheidend vermogen. Als voorbeeld noemt hij het omgaan met de zogenaamde overheadkosten. Teveel wordt volgens hem gekeken naar de gemaakte kosten zelf in plaats van naar de impact. Kijk veel meer van micro naar macro en als blijkt dat er bijvoorbeeld meer mensen aangenomen dienen te worden binnen een stichting om de uiteindelijke impact te vergroten dan moet dit kunnen, aldus Van Gendt. De nieuw opgestelde Code schept hier dan ook veel meer ruimte voor.

 


De samenwerking tussen publieke en private partners maakt een sterke groei door. De Civil Society komt meer en meer dichterbij. Dit houdt echter ook risico's in, volgens Van Gendt. Hij noemt hier met name het risico van afhankelijkheid. Daarnaast geeft hij aan dat je er als stichting voor moet zorgen dat "het hart er niet uitgehaald wordt".

 


De nieuwe Code is een uitstekend document dat door besturen en directies van stichtingen op zijn minst gelezen zou moeten worden. Discussie hierover is goed voor permanente zelfreflectie en up-to date aanpassingen voor stichtingen waar nodig. Maar dit stuk kan ook gelezen worden met in het achterhoofd het oprekken van rigide bestaande en aankomende nieuwe regels, keurmerken en codes.

 


Klik hier om de code te bekijken.