Hoe sociaal uit de sociale sector verdwijnt

Hoe sociaal uit de sociale sector verdwijnt
Hoe sociaal uit de sociale sector verdwijnt
20 september 2018
Opinie | | Venture philanthropy

In Sprout van juli 2018 las ik tijdens mijn vakantie de vijf tips om een sociaal ondernemer te worden: 1. Heb je product en prijs op orde; 2. Verwoord je missie duidelijk; 3. Kies je werknemers zorgvuldig; 4. Betrek je achterban en 5. Maak van samenwerken een prioriteit. Dat klinkt goed en lekker duidelijk. Vooral lijkt het mij prettig dat je voor een sociale onderneming blijkbaar geen kennis hoeft te hebben van het sociale probleem. Dat scheelt weer tijd… De sociale sector wordt steeds minder bevolkt door personen met een sociale achtergrond en ik vind dat zorgwekkend.

Stoffig model

Sociale ondernemingen zijn populair en tegenwoordig worden er nog nauwelijks traditionele goede doelen opgericht. Oprichting van een stichting met een non-profit model is stoffig en voor sociaal ondernemen heb je vooral een groot hart en wat zakelijk inzicht nodig.

Eenzijdige ‘win’

In het traditionele model was de organisatie voornamelijk bezig met het sociale probleem en de beoogde impact. Er was geld nodig en dat geld werd opgehaald door een aparte afdeling: afdeling fondsenwerving. Fondsenwerving stond meestal volledig in dienst van de programma’s: de donaties die nodig zijn voor de beoogde impact. Er werd gewerkt aan een eenzijdige ‘win’ voor de mensen in het zuiden, een uitstervend dier of zieke kinderen. Het zwaartepunt van de goede doelen lag dan ook vooral bij de afdeling projecten en programma’s. Een inhoudelijke afdeling die bevolkt werd door pedagogen, sociologen, antropologen, klimatologen, psychologen of wetenschappelijke onderzoekers in het sociaal domein die deze ‘win’ voor de beneficiënt moesten generen. Goede doelen hadden door de jaren heen uitgebreide kennis opgedaan en deden onderzoek naar achterliggende structuren en samenhangende factoren van een bepaald probleem en deden over het algemeen recht aan de complexiteit ervan. 

Goede doelen onder druk

We weten allemaal dat bovenstaande niet meer de norm is. Goede doelen kwamen onder druk te staan, want het werk was inefficiënt(te veel overhead), de projecten niet effectief(Dambisa Mojo met haar boek Dead Aidclaimde dat hulp niet werkt en de leus trade not aid kwam in de mode) en ten slotte kwam daar nog eens de crisisoverheen, nu precies tien jaar geleden. Als donateurs nog niet waren overtuigd door het gebrek aan efficiëntie en effectiviteit, dan maakte de crisis wel een einde aan het doneren.

Doodsteek voor hulpsector

Deze drie elementen samen vormden de doodsteek voor de traditionele internationale hulpsector. Die goedbedoelende geitenwollensokkendragers waren niet de personen die de problemen konden oplossen, door opportunistische fondsenwervers bleef te veel aan de strijkstok hangen en de korte termijnprojecten met hun eenzijdige ‘win’ konden geen lange termijn impact genereren. Het roer moest om. 

Een nieuwe held!

Gelukkig kwam er het afgelopen decennium een nieuwe held ten tonele: de sociale ondernemer! De sociale ondernemer is niet saai, draagt waarschijnlijk geen geitenwollen sokken maar happy socks en denkt niet in termen van fondsenwerving en beneficiënten. De sociaal ondernemer zet niet de complexiteit van het probleem, maar de oplossing centraal en denkt in termen van ‘win/win’. We hoeven niet iets te ‘geven’ (donatie) zodat een ander iets kan ‘ontvangen’ (beneficiënt). In een win/win situatie, zo is de gedachte, worden zowel gever als nemer tegelijkertijd een stukje beter. Zo is de gever geen donateur meer maar een investeerder en is de ontvanger opeens een cliënt of klant. 

Win-win-win…

De sociaal ondernemer wordt vaak gedreven door het ideaal van de succesvolle ‘start-up’, het toepassen van technologische innovaties en het bereiken van de massa (schaalvergroting). De jonge sociaal ondernemers, degenen die op dit moment de ‘sociale sector’ overspoelen, hebben vooral een economische (businessmodeling) of technologische (innovations) achtergrond. Het zijn jonge (tech)entrepreneurs, die niet zozeer gericht zijn op het begrijpen van het probleem maar veel meer op het inrichten van een bedrijfsmodel waar de wereld en de investeerder beter van wordt. Daarbij komt nog dat ook de sociaal ondernemer er vaak beter van wordt: hij heeft immers een bedrijf waar waarde wordt gecreëerd. Een echte win/win/win dus...

De sector financialiceert

Als ik nu kijk waar het zwaartepunt ligt van de discussies in de internationale hulp gaat het vaker om businessmodels dan om het écht leren begrijpen van de interventie. En juist dat laatste is van wezenlijk belang. Het begrijpen van de oorzaken van aanleiding van een bepaald probleem draagt bij aan een duurzame oplossing, maar de gesprekken gaan steeds minder over het probleem en steeds meer over de oplossing. Niet over de hoogtevan de financiering maar over het typefinanciering, minder over het combineren van en de samenhang tussen interventies maar over het combineren van financiële instrumenten. De sector financialiceert kortom. Het is al bijna geen sociale sector meer, maar een start-up sector met een ongelooflijk vertrouwen in de kracht van het kapitalistisch systeem van klanten, investeerders, verdienmodellen en succesvolle ondernemers. 

Zorgwekkend

Met het veranderen van de oude werkwijze veranderde ook het type professional in de sector. Het roer ging om, niet alleen de koers werd veranderd maar ook de kapiteins werden vervangen. Zowel aan de kant van de grote geldgevers (fondsen, family offices en subsidieverstrekkers) als aan de kant van de sociale impact, maakt het sociale profiel plaats voor het financiële profiel. De impactfondsen worden bijna zonder uitzondering gerund door personen met een financiële en/of economische achtergrond (blijkbaar is ‘impact’ meten toch minder belangrijk dan ‘ROI’ meten) en dat past, niet geheel toevallig, prima bij het profiel van de nieuwe sociaal ondernemer, die ook graag praat over tripple bottom lines. De sociale sector wordt steeds minder bevolkt door personen met een sociale achtergrond en ik vind dat zorgwekkend.

Voor de jonge lezers van Sprout is het duidelijk. Je hebt de juiste product-prijscombinatie nodig, een goed stel medewerkers en een achterban. Het klinkt goed, maar het leidt tot een eenzijdig profiel in een zeer complexe sector. Wat mij betreft mogen de antropologen, sociologen en pedagogen het speelveld weer wat meer bevolken en zou zowel de sociaal ondernemer als de impact investeerder er goed aan doen om ‘een diep begrip van het sociale probleem’ in elk stappenplan op te nemen. 

►Jamy Goewie is bij De Dikke Blauwe Expert 'Venture Philanthropy': wilt u meer bijdragen van Jamy lezen? Klik hier.