Bel-me-niet-register draagt waarschijnlijk wel bij aan daling inkomsten

26 april 2012
Nieuws | | Fondsenwerving

AMSTERDAM (26 april) - Vorige week reageerde minister Verhagen op uitkomsten van het onderzoek over de effecten van het Bel-me-niet-register. Ook goede doelenorganisaties kwamen aan de orde. Verhagen bleef van mening dat er geen causaal verband aangetoond kan worden tussen de ontwikkeling van de inkomsten van goede doelen en het Bel-me-niet-register. VFI en de Stichting Collecteplan gaven zelf opdracht voor een onderzoek naar de effecten van het Bel-me-niet-register. Uit deze cijfers blijkt iets anders dan Verhagen betoogt.

Achtergrond onderzoeken
Verhagen gaf de Kwink Groep opdracht een evaluatie te maken van het Bel-me-niet-register en er advies over uit te brengen. VFI en De Stichting Collecteplan gaven René Bekkers van de Vrije Universiteit opdracht tot een tweetal onderzoeken: ‘Effecten van de invoering van het ‘Bel-me-niet’ register op de werving van collectanten in Nederland’ en ‘Ontwikkelingen in de werving van structurele donateurs onder de grootste goededoelenorganisaties in Nederland’. Deze rapportages zijn door Kwink gebruikt in hun evaluatie.

Opbrengsten collecten gedaald
“Het Bel-me-niet-register heeft het voor een groot aantal goede doelen moeilijker gemaakt collectanten te werven en landelijk dekkende collectes te organiseren”, concludeert brancheorganisatie VFI. “Ook de opbrengsten van collectes zijn met gemiddeld vier procent gedaald. Al is het lastig onomstotelijk aan te tonen, het is waarschijnlijk dat de invoering van het Bel-me-niet register heeft bijgedragen aan de daling van de opbrengsten uit collectes.”

Minder toezeggingen collectanten
René Bekkers, die de onderzoeken leidde, is het daarmee eens: “Het is overduidelijk dat door het Bel-me-niet-register veel minder telefoonnummers kunnen worden gebeld. Je zou verwachten dat die overblijvende nummers minder bezwaar hebben tegen telemarketing en dan specifiek tegen telemarketing voor goededoelenorganisaties. Toch blijkt dat de kleinere groep mensen die in 2010 is bereikt met een verzoek om te gaan collecteren minder vaak toe heeft gezegd.”

Kosten telemarketing gestegen
Uit het onderzoek dat de Kwink Groep in opdracht van de minister uitvoerde blijkt dat bovendien de kosten van telemarketing zijn gestegen als gevolg van de daling van de conversiegraad. Kwink schrijft: “Met andere woorden: er moeten meer personen worden gebeld om hetzelfde aantal donateurs of collectanten te werven.” Uit het onderzoek van Stichting Collecteplan blijkt dat de conversiegraad van het telefonisch werven van collectanten is afgenomen met gemiddeld 18 procent minder opbrengsten per gebeld persoon.

Andere verstorende invloeden
René Bekkers: “Maar Kwink stelt eveneens dat fluctuaties in de omvang van de eigen fondsenwerving ook afhankelijk zijn van factoren als de inkomsten uit eenmalige acties van de gezamenlijke hulporganisaties als gevolg van natuurrampen, de economische omstandigheden en de beeldvorming over goede doelen. We kunnen deze verstorende invloeden inderdaad niet volledig uitsluiten. Uit het NDP van WWAV blijkt dat het donateursvertrouwen in 2009 en met name in 2010 is gedaald. Door de economische crisis zal het geefgedrag ook minder zijn geworden. De actie voor Haïti heeft juist een lichte stijging van het geefgedrag teweeggebracht in 2010 en ook Alpe-d’HuZes was dat jaar succesvol. Per saldo is het door deze ontwikkelingen moeilijk om het verschil tussen 2010 en 2009 aan het Bel-me-niet-register toe te schrijven.”

Andere wervingsinstrumenten
Bekkers ontdekte in dezelfde voetnoot een misplaatste passage. “Kwink zegt dat goede doelen naast telemarketing gebruikmaken van een groot aantal andere wervingsinstrumenten, waardoor stijging of daling van de eigen fondsenwerving ook andere redenen kan hebben dan de komst van het Bel-me-niet register. Er zijn natuurlijk ook andere vormen van werving, maar dit betekent niet dat daardoor geen conclusies getrokken kunnen worden over de effecten van het Bel-me-niet-register.'

Toeval
“Mijn interpretatie van de trends is dat goede doelenorganisaties juist succesvol zijn geweest in andere vormen van werving en dat mede daardoor in 2010 - ondanks de negatieve effecten van het Bel-me-niet-register, die ook Kwink signaleert – de inkomsten op peil zijn gebleven of zelfs licht zijn gestegen. Het opvallende is dat het Bel-me-niet-register, of de dreigende invoering ervan, niet de reden is geweest dat goede doelenorganisaties in andere vormen van fondsenwerving zijn gaan investeren. Dat was toeval”, aldus Bekkers.

Werving vrijwilligers bemoeilijkt
Een ander probleem is de werving van vrijwilligers. Ook dat wordt door het Bel-me-niet-register bemoeilijkt. De kosten van het telefonisch werven van collectanten zijn gestegen met minstens tien procent. In 2010 leverde de telefonische werving voor tweederde van de collecterende organisaties te weinig vrijwilligers op. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2009. Bekkers: “Ook hier is het effect van het Bel-me-niet-register niet onomstotelijk vast te stellen, maar ik denk dat de invoering ervan de bereidheid om toe te zeggen heeft verminderd.”

Effect op werving donateurs valt mee
Er is ook een lichtpuntje. Het negatieve effect van het Bel-me-niet-register op de werving van donateurs lijkt mee te vallen. De kosten van telefonische werving zijn niet gestegen en de gemiddelde giften van nieuwe donateurs zijn op peil gebleven. Telefonische werving van nieuwe donateurs heeft al sinds 2009 steeds meer plaatsgemaakt voor methoden van werving, met name op straat en huis-aan-huis.

VFI in beraad
Verhagen deed aan het slot van zijn betoog de suggestie om bij het inschrijvingsproces eerder de mogelijkheid aan te bieden om aan te geven dat men nog wel gebeld kan worden door goede doelen. VFI: “Wij kunnen deze aanbeveling onderschrijven. In de komende weken zullen we ons in ieder geval beraden op de uitkomsten van de evaluatie en op de brief van de minister.”