Nieuws-analyse: de detail-duivels van Geven In Nederland…

Nieuws-analyse: de detail-duivels van Geven In Nederland…
Nieuws-analyse: de detail-duivels van Geven In Nederland…
6 mei 2013
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

Geven In Nederland is een zogenoemd longitudinaal onderzoek. Al zestien jaar monitoren de VU-onderzoekers ons geefgedrag. En elke twee jaar vertellen ze ons hoe de vlag erbij hangt. Ze doen dat door de meest actuele gegevens te vergelijken met de geaccumuleerde onderzoeksdata vanaf het begin. Maar de meest actuele gegevens zijn altijd…van twee jaar geleden. We kijken dus telkens (maximaal) twee jaar terug in de tijd. Een beetje zoals we de sterren zien: hun licht zien we nog, maar misschien zijn de bronnen intussen al ontploft. Maar zo’n kosmische vaart loopt het in twee jaar natuurlijk niet met onze filantropie. De bronnen voor particuliere middelen bestaan nog steeds: ik stopte gisteren nog wat in een collectebus…

De voortekenen voor GIN2015, met de bevindingen over ons huidige geefgedrag, zijn natuurlijk niet overdreven gunstig. Zoals ik vorige week met collega-hoofdredacteur Charles Groenhuijsen al opmerkte: never waste a good crisis. Dalende inkomsten dwingen tot zelfreflectie, vindingrijkheid en nieuwe, innovatieve vormen van draagvlakverwerving voor maatschappelijke doelen.

Inkomsten uit erfenissen gaan stijgen
En overigens staan niet alle pijlen naar beneden. De kersverse hoogleraar René Bekkers heeft klaarblijkelijk goede gronden om aan te nemen dat de inkomsten uit erfenissen de komende jaren fors gaan stijgen. Dat lijkt me wetenschappelijk gezien overigens wel een spreekwoordelijke ‘uitdaging’, aangezien Geven In Nederland zelf in de afgelopen zestien jaar totaal geen chocola kon maken van deze inkomstenbron. Goed onderzoek ontbreekt domweg nog. De wens, die hier duidelijk de vader van de gedachte is, behoeft daarom snel, stevige, cijfermatige grond.

Inkomsten loterijen stijgen ook
Verder blijven de inkomsten uit loterijen ook maar stijgen. Nu al bijna een half miljard per jaar: een onvoorstelbaar hoog bedrag, dat uiteraard ook weer zijn schaduwzijde heeft. Hoeveel organisaties zijn te veel afhankelijk van deze bron (risicospreiding)? En blijft die bron maar geld oppompen nu de kansspelmarkt wordt opengegooid en afdracht aan goede doelen onder druk komt te staan van een te verwachten marketingoorlog tussen oude en nieuwe aanbieders?

Spannende dingen
Wie voor nu accepteert dat filantropie toch een stuk minder conjunctuurongevoelig is dan wij dachten (herinnert u zich nog het juichende persbericht van VFI een half jaar geleden? En ook de kritiekloze overname van de stelling dat goede doelen geen last zouden hebben van de crisis in alle kranten, tv-stations…?) en de moeite neemt zich wat meer in de cijferbrij van GIN te wurmen, komt spannende dingen tegen. Juist in de wetenschap dat in statistische rivieren van gemiddeld een meter diep, je nog heel gemakkelijk kunt verzuipen.

Vrijwilligers
Steeds minder vrijwilligers houden zich bezig met fondsenwerving (Geven In Nederland, pagina 14) Dit lijkt een gevolg van de professionaliseringstrend bij vooral grote goede doelen, maar het impliceert ook een gevaar voor hun voortbestaan door de bekende paradox: hoe professioneler de organisatie, hoe groter haar eigen werkelijkheid en hoe verder zij van de gewone mensen komt af te staan. Onder de radar van Geven In Nederland zijn er echter (tien)duizenden Stichtingen Red De Zieke Eik, die allemaal de wervingsmarkt opkomen en dit verklaart waarom cursussen en boeken over ‘fundraising for non-fundraisers’ niet zijn aan te slepen.

Nieuwe vormen van geven
De collectebus wordt minder populair, maar dit betekent niet dat nieuwe vormen van geven (zoals sms, online) hiervan profiteren (Geven In Nederland, pag. 18) Dit onderschrijft de stelling dat de aloude bron en basis voor geven in ons land – de huishoudens – onder druk staat. Niet de manier van geven, maar geven überhaupt wordt minder populair. De geprofeteerde online-revolutie in de geefmarkt blijft voorlopig uit. Mensen hebben gewoon minder vertrouwen in goede doelen en prosociale waarden die de geefbereidheid bepalen nemen af. De normen rond geven zijn, verrassend genoeg, niet uitgesproken positief. Het is niet (meer) vanzelfsprekend om te geven aan goede doelen.

Giftenaftrek
De giftenaftrek wordt door 40 procent van de vermogende Nederlanders gebruikt (Geven In Nederland, pag. 21) Dat is meer dan niet-vermogende Nederlanders, maar die halen ook vaak de 1 procent drempel van het jaarinkomen niet. Desniettegenstaande maakt 60 procent van de rijken geen gebruik van fiscaal gunstige regelingen en weet niets of nauwelijks iets van de voorwaarden voor giftenaftrek. Ook de inhoud van de nieuwe Geefwet is voor de vermogenden terra incognita (al kun je dat niemand kwalijk nemen…). Als dit geen voer voor major donor fundraising is, dan…

Major donor fundraising
Het zijn niet de oudste vermogende Nederlanders die de hoogste bedragen geven, maar juist degenen zijn geboren na 1970 (Geven In Nederland, pag. 21) Daar gaat het cliché van de gepensioneerde rijken, die in de herfst van hun leven de samenleving nog wat willen teruggeven.
Vermogenden met geld uit een eigen bedrijf geven significant meer (gemiddeld 13 mille) dan vermogenden als gevolg van een erfenis of familiekapitaal (gemiddeld ruim 2 mille) (Geven In Nederland, pag. 21) Als dit geen voer voor major donor fundraising is, dan…

Een samenvatting van de belangrijkste onderzoeksgegevens van GIN2013? Klik hier.

Bron: Geven In Nederland 2013. Giften, nalatenschappen, sponsoring en vrijwilligerswerk. Negende druk. Reed Business Education. Amsterdam, 2013. ISBN 9978 90 352 4679 9.