Nierstichting baalt van suggestieve krantenkoppen vastgoedfraude

3 september 2015
Nieuws | | Goede doelen

De Nierstichting betreurt het dat krantenkoppen in o.a. de Telegraaf en NRC Handelsblad ‘een onjuist beeld geven van de werkelijkheid’. De goede doelenorganisatie wordt indirect in verband gebracht met de KPMG-vastgoedfraude nu zij economisch eigenaar blijkt te zijn van een vastgoed-BV die bij deze fraudezaak betrokken is. Waarom dit eigenaarschap pas in 2013 aan het licht kwam, onder andere daarover geeft de Nierstichting in de loop van deze dag een verklaring uit. De Nierstichting zelf is op geen enkel moment voorwerp van onderzoek geweest. Directeur Tom Oostrom (foto): ‘Wij hebben de afgelopen dagen opnieuw alle feiten van destijds op een rij gezet en komen daarover binnenkort met een verklaring.’

Aanleiding voor alle commotie is een constructie die een grote gift moest mogelijk maken aan de toenmalige Vereniging Vrienden van de Nierstichting (VVN). Deze VVN, tot 2009 een aparte juridische entiteit, was een door vrijwilligers bemande vereniging die als enig doel had het inzamelen van gelden voor de doelen van de Nierstichting. In 2009 is de VVN gefuseerd met de Nierstichting.
Volgens de verklaring van de Nierstichting op haar website werd de VVN in 2005 benaderd door F.J. Meijer BV, een projectontwikkelaar die de opdracht had verworven voor de bouw van een nieuw hoofdkantoor van KPMG in Amstelveen. F.J. Meijer BV wilde als onderdeel van het project een substantiële gift doen aan een charitatief doel en koos daarvoor de VVN uit.

Complex en ongebruikelijk
Nierstichting: ‘Voor de uitvoering van deze gift in de vorm certificaten van aandelen is destijds gekozen voor een complexe ongebruikelijke opzet.’ NRC Handelsblad omschrijft die complexe deal als volgt: ‘Het overnamebedrag werd geleend van een privé-bv van vastgoedondernemer Fred M., de directeur van Meijon Ontwikkeling BV die een van de verdachten is in het onderzoek naar valsheid in geschrifte en belastingfraude rond de bouw van het KPMG-hoofdkantoor. Dit werd gedaan, omdat de projectontwikkelaar een gift in het vooruitzicht stelde aan de Nierstichting. Die gift was afhankelijk van de winst die op het KPMG-gebouw werd behaald.’ In februari 2010 kreeg de Nierstichting na oplevering van het hoofdkantoor van KPMG inderdaad een gift van 71.000 euro van Meijon Ontwikkeling BV. Dit bedrag werd op de gebruikelijke wijze als gift in de jaarstukken verantwoord.

Economisch eigendom
Na de fusie in 2009 gingen alle bezittingen en verplichtingen van de VVN over op de Nierstichting. Maar de Nierstichting vernam niet dat het de beschikking kreeg over certificaten van aandelen en dus het economische eigendom van de vastgoed-BV. Ook de accountant was niet bekend met het bestaan ervan. Daardoor zijn deze certificaten destijds niet in de boeken opgenomen, reconstrueert de Nierstichting op haar website.
De vermoedelijke verklaring hiervoor is dat de lening van Meyer BV en de certificaten in waarde tegen elkaar wegvielen.

Jaarrekening 2012
Nierstichting: ‘Pas begin 2013 is ons gebleken dat de Nierstichting in het bezit was van certificaten die door de VVN waren verkregen. In 2013, vlak na het bezoek van de Belastingdienst, maakte de Nierstichting de participatie in de firma bekend, in een toelichting op de balans uit de jaarrekening over 2012.’
Meer transparantie dan directe bekendmaking via de jaarrekening kon de Nierstichting volgens directeur Oostrom niet betrachten. Tegenover Filanthropium Journaal zegt hij hierover: ‘Dat was niet mogelijk, omdat het derdenonderzoek nog liep.’ Ook een verkoop van de certificaten was om deze reden nu niet mogelijk. Nierstichting: ‘Nadat Belastingdienst het derdenonderzoek had afgesloten is er in 2014 contact geweest met Meijon Ontwikkeling om tot spoedige verkoop van de certificaten van aandelen te komen. Dat is nog altijd niet mogelijk omdat de directeur van Meijon Ontwikkeling BV onderwerp van onderzoek is door de Belastingdienst.’

‘Onjuist beeld’
Nierstichting-directeur Tom Oostrom betreurt het dat de krantenkoppen een onjuist beeld geven van de werkelijkheid. Dat de certificaten-constructie aanleiding is tot vragen en kritiek, begrijpt Oostrom goed: ‘Ik ken de overwegingen van toen niet, maar wij zouden een dergelijke constructie, die geen verband heeft met de missie en doelen van de Nierstichting, niet toepassen.’

Paul Beerkens
Deze zelfde mening verkondigt Paul Beerkens, die directeur van de Nierstichting was toen deze zaak speelde tot hij op 1 augustus 2010 het stokje overgaf aan Oostrom. Tegenover Filanthropium Journaal meldt Beerkens dat hij zeer blij is dat de Nierstichting de toenmalige gang van zaken nog eens goed op een rijtje zet: ‘Ik hoop dat niet alleen de organisatie, maar ook ik als oud-directeur van mogelijk blaam gezuiverd wordt. Het raakt me persoonlijk zeer, maar vooral gun ik het niet dat deze prachtige organisatie nu zo negatief wordt neergezet.’
In afwachting van de verklaring van de Nierstichting wil Beerkens verder geen inhoudelijk commentaar geven, behalve dit: ‘Met de huidige kennis en achteraf kijkend zou je zo’n grote giftenconstructie nu niet meer moeten willen.’

Wettelijk toegestaan
Dat laatste wordt door de Nierstichting nadrukkelijk onderschreven: ‘Deze manier van fondsenwerven is nooit door de Nierstichting zelf toegepast. Wij dragen het CBF-keur en werken volgens de richtlijnen van het CBF. Wij werven onze fondsen op een manier die wettelijk is toegestaan, goedgekeurd door de Belastingdienst en gecheckt door onze accountant.’

 
2/2