FIN-symposium: Vermogensfonds wordt partner in plaats van geldschieter

14 oktober 2010
Nieuws | | Vermogensfondsen

AMSTELVEEN (14 oktober) - Vermogensfondsen evolueren van eenmalige geldschieters voor projecten tot partners van maatschappelijke initiatieven. Tot die conclusie kwamen een kleine honderd deelnemers aan het FIN-symposium 'Langdurige financiering van maatschappelijke initiatieven' op 7 oktober in Artis.

Door Miriam Wijnen

FIN-voorzitter Rien van Gendt: 'Er zijn goede argumenten voor tijdelijke projectfinanciering. Maar er is meer. Als fondsen moeten we de discussie met aanvragers aangaan vanuit onze visie. Op die manier worden we partners, investeerders in maatschappelijke ontwikkeling. Daarbij hoort dat we niet alleen financiële steun geven, maar ook adviseren en ons netwerk inzetten.'

Het thema 'langdurige financiering' staat bij vermogensfondsen hoog op de agenda, zo werd duidelijk tijdens de plenaire opening en daarop volgende rondetafeldiscussies. Nu de overheid gaat bezuinigen in allerlei sectoren waar fondsen actief zijn, voelen besturen de noodzaak om te reflecteren op hun beleid. Hoe ga je om met de veranderende wereld? Houd je vast aan eenmalige projectfinanciering of kies je voor meerjarige steun, omdat belangrijke initiatieven anders kopje-onder gaan?

Gehoorde uitspraken van FIN-leden:
• 'Het onderwerp van dit symposium is midden in de roos, het speelt doorlopend bij maatschappelijke organisaties en fondsen.'
• 'De bezinning op langdurige financiering is een wezenlijke discussie in ons bestuur.'
• 'Het is zaak om criteria te blijven ontwikkelen waardoor het zinvol blijft wat we doen.'

Gematigde aftrap: argumenten vóór projecten
Bij de aftrap van het symposium, dat energiek werd gepresenteerd door dagvoorzitter Sandra Rottenberg, werd nog niet direct duidelijk welke kant de vermogensfondsen opgaan. Ja, structurele steun van fondsen is nodig, werd aangegeven door Artis-directeur Haig Balian. 'Wij ontvangen dit jaar 28% minder subsidie van de gemeente en het kabinet wil bezuinigen. We moeten ons dus aanpassen, willen we ons handhaven.'

Adriana Esmeijer, directeur van het Prins Bernhard Cultuurfonds en gastheer van dit symposium, liet daarbij een gematigd geluid horen. Haar fonds geeft langdurige financiering in een aantal uitzonderingsgevallen, maar ziet veel argumenten om door te gaan met kortdurende projectsteun. 'Je wilt geen subsidie-afhankelijkheid creëren, we willen aanvragers motiveren tot zelfwerkzaamheid. Ook moeten nieuwe projecten een eerlijke kans hebben op subsidie en willen we als fonds kunnen kiezen voor de beste projecten. Daarnaast kan een verbinding met vaste partijen invloed hebben op je imago. En het budget van het Cultuurfonds fluctueert, waardoor te veel vaste verplichtingen niet handig zijn.'

'Stiekem' langdurig steunen
Hoewel veel aanwezigen begrip hadden voor de argumenten van Esmeijer ('Inderdaad willen we dat aanvragers creatief zijn in het vinden van financiering'), blijkt dat veel vermogensfondsen in de praktijk open staan voor meerjarige steun aan projecten. Ze combineren dit met kort durende steun en communiceren er vrijwel niet over.

'Wij geven voor maximaal drie jaar ondersteuning. Maar als een project goed loopt, en de verslaggeving is helder, dan is die termijn niet eindig', aldus Joris van Tets van Goudriaan (Fundatie van den Santheuvel, Sobbe) tijdens de plenaire sessie. 'Bij een goed lopende samenwerking zoeken we ook andere financiers erbij.'

Dit beeld werd door andere fondsen bevestigd:
• 'Wij moeten projectorganisaties steunen om op gang te komen.'
• 'Er zijn projecten denkbaar die wij langdurig willen financieren - inclusief exploitatiekosten.'
• 'Bepaalde projecten hebben tijd nodig, de bouw van een sanatorium in Tanzania duurt langer dan drie jaar. Daarbij blijf je betrokken.'
• 'We investeren alleen meerjarig in projecten met unieke vernieuwende doelstellingen. Met die projecten gaan we jaarlijks om de tafel en we bespreken tijdig hoe we de steun afbouwen.'

Vertrouwen als basis
'Wat bedoelen we eigenlijk met structurele financiering?' was een van de discussiepunten tijdens het symposium. Gaat het om meerjarige projectsteun of om het financieren van exploitatiekosten? Of allebei?

De Postcode Loterij, als wervend fonds aanwezig vanwege haar ervaring met structurele financiering, heeft hierin een duidelijke keuze gemaakt. De loterij steunt geen projecten, maar organisaties zoals Novib en Natuurmonumenten. Femke Rotteveel, accountmanager Goede Doelen van de Postcode Loterij: 'Zij ontvangen een lumpsum die ze kunnen gebruiken zoals het hen goeddunkt, dus ook om de organisatie te versterken. Onze selectie aan de poort is streng. Maar de geselecteerde doelen ontvangen daarna ten minste vijf jaar steun.'
Rotteveel: 'Vertrouwen is de basis van de samenwerking. Wij laten de organisaties hun werk doen. Zij hebben de expertise om maatschappelijk effect te realiseren. Anderzijds blijven we betrokken en delen onze eigen expertise, bijvoorbeeld in communicatie en p.r.'.

95 aanvragen per jaar
Dat langdurige financiering door vermogensfondsen geen overbodige luxe is, werd duidelijk gemaakt door twee aanvragers: Lieke Steinmeijer van Stichting Mara en Lieve van Geldorp van Stichting De Ster. Stichting Mara ondersteunt vrijwilligers, o.a. bij het initiatief Dress for Success, een keten van winkels waar minima zich gratis kunnen laten kleden voor een sollicitatiegesprek. Stichting De Ster organiseert vakantiekampen voor kinderen tussen 8 en 16 jaar met een duidelijke problematiek, zoals pesten of gepest worden, geen vrienden kunnen maken of slecht omgaan met woede.

Steinmeijer: 'Voor onze projecten heb ik dit jaar 95 (!) aanvragen uitstaan bij fondsen. Hiervoor heb ik speciale software laten ontwikkelen! We zijn voor 70% van ons budget afhankelijk van fondsen. Het zoeken naar financiering kost veel tijd en fondsen stellen steeds meer eisen aan de aanvragen. We denken na over andere financieringsmogelijkheden, maar hebben nog geen oplossing gevonden.'

Van Geldorp: 'Een goed initiatief opbouwen én financieel onafhankelijk maken kost tijd! In die tijd kunnen we niet zonder fondsen!' Een project doorloopt twee fases. Eerst heb je ca. 4 jaar nodig om een sterke organisatie neer te zetten. Daarna volgt het zoeken naar partners in de maatschappij. Dit proces vergt ongelofelijk veel tijd en inzet, aldus Van Geldorp. 'Je moet talloze gesprekken voeren voordat samenwerking een feit is. Inmiddels biedt één verzekeraar onze kampen aan in het aanvullende pakket. Maar naast die ene partij zijn er nog zoveel anderen om te benaderen, ook in het bedrijfsleven. Dat red je niet in drie jaar!'

Steun de 'survivors' onder projecten
De 'tweede fase' van projecten, de groei naar financiële onafhankelijkheid, werd verder toegelicht door
sociaal ondernemer Daniel Giltay Veth, o.a. eigenaar van Koersvast, uitzendorganisatie voor werklozen. Hij onderzocht waarom het een aantal initiatieven wel lukt om te verduurzamen, terwijl andere projecten, hoewel ze inhoudelijk succesvol zijn, het niet redden. (Zie ook: Het rendement van zalmgedrag; de projectencarroussel ontleed.')

Giltay Veth: 'De survivors hebben vier kenmerken. Hun methodiek is effectief, ze meten hun impact en tonen die aan, er staat een sociaal ondernemer aan het roer en het project is ingebed in een vitale alliantie. Het krijgt ruggensteun van cruciale personen, bondgenoten, bijvoorbeeld in het lokale bestuur.'
Voor fondsen die overgaan tot structurele financiering is het raadzaam dit lijstje in de gaten te houden, aldus Giltay Veth. 'Durf ook nee te zeggen tegen projecten die niet goed doordacht zijn. Dat is tachtig procent van het aanbod!'

Daarnaast benadrukte hij de rol van fondsen als investeerders in maatschappelijk initiatief. 'Of je nu eenmalig of langdurig financiert, in feite ben je altijd stakeholder in je projecten. Binnen dat stakeholdersmodel is het ook je taak om bruggen te slaan: naar andere fondsen, naar de overheid. Geef sociaal ondernemers de kans om hun initiatieven te verbeteren, om door te innoveren. De samenleving heeft daar behoefte aan. Daarmee kun je de projectencarroussel stoppen, het steeds weer ontstaan en verdwijnen van dezelfde soort projecten.'

Stap naar de toekomst
Met het symposium 'langdurige financiering' heeft de FIN een stap gezet naar de toekomst, waarin het partnerschap tussen fondsen en andere partijen, zoals de overheid, steeds belangrijker zal worden. Zoals voorzitter Rien Van Gendt het bij de afsluiting verwoordde: 'Er zijn goede argumenten voor tijdelijke projectfinanciering. Maar er is meer. Als fondsen moeten we de discussie met de aanvragers aangaan vanuit onze visie. Op die manier worden we investeerders in maatschappelijke ontwikkeling die naast financiële steun hun expertise en netwerk inzetten.'

Het symposium mocht zich verheugen in een grote belangstelling en bovenal positiefkritisch commentaar: 'Dit onderwerp lééft, ik heb er veel aan gehad!'