De grote goed nieuws-show

12 december 2007
Nieuws | | Wetenschap & Onderzoek

Vandaag maakt het CBF haar verslag over het fondsenwervingsjaar 2006 bekend (voor een kernachtige samenvatting: klik hier). Een snelle analyse leert dat op vrijwel alle terreinen de pijlen - soms significant - omhoog staan: meer inkomsten, lagere kosten en minder opgepot. Kortom: een hoger maatschappelijk rendement van de fondsenwervende instellingen. FM vroeg CBF-directeur Adri Kemps om een toelichting.


Kan de sector nu opgelucht ademhalen omdat er een duidelijke opwaartse trend is, of is dat wat te vroeg gejuicht?

 


Kemps: "Het klopt dat het voor de sector als geheel goed nieuws is. Mooi toch! Maar de goedgeefsheid van donateurs, goede doelenloterijen en de overheid leggen ook verplichtingen op om goed en efficiënt te besteden. Inkomstengroei betekent ook meer verantwoordelijkheid voor beheer en bestedingen."


Jullie besteden in het verslag 2006 opvallend veel aandacht aan "de kleintjes", hoewel die maar 11% van de totale inkomsten krijgen. Hoe representatief is dit beeld nu en gaan jullie in de toekomst meer gegevens verwerken, of is dit een verkapte opmaat naar het beroemde "Kleine keur"?

 


Kemps: "Zeker, we gaan gegevens van meer instellingen verwerken. We hebben een database die veel groter is dan waarover we recente financiële gegevens kunnen publiceren. De database goede doelen op de CBF-website betreft op dit moment ongeveer 950 instellingen. Met meer capaciteit kunnen we deze database uitbreiden en dit is ook een opmaat voor het project databankfilantropie.nl. De certificering van kleine goede doelenorganisaties zal hiermee wel worden bevorderd, maar vereist een grotere inspanning voor toezicht waarvoor de financiële middelen ons op dit moment nog ontbreken. Als die aanwezig zijn, kan het CBF een certificaat voor kleine goede doelenorganisaties presenteren."


Jullie oproep in het Voorwoord van het Verslag 2006 aan de vermogensfondsen is ook een novum. Is het een teken des tijds dat u niet-fondsenwervende instellingen oproept om via het CBF openbare transparantie te betrachten?

 


Kemps: "Klopt. De website van het CBF rapporteert nu reeds over zogenaamde hybride fondsen (zowel vermogensfonds als fondsenwervende instelling) zoals Oranje Fonds en Prins Bernard Cultuur Fonds. In het kader van het project DatabankFilantropie.nl dat door het CBF wordt uitgevoerd, ontwikkelen we samen met de (branche)organisaties die het project steunen een mogelijkheid voor o.a. vermogensfondsen om hun jaarverslagen en cijfers te presenteren. En ja, je hebt gelijk dat het past in de tijdsgeest dat ook vermogensfondsen zich meer transparanter opstellen."


Het korte overzicht van en de aandacht voor de aard van de "anbi's" in jullie verslag is voor veel mensen waarschijnlijk een eye-opener: de meeste anbi's zijn klein en draaien vrijwel geheel op vrijwilligers; 65% van het totaal is waarschijnlijk fondsenwervend, de rest is vermogensfonds. Hoe lang duurt het nog voordat er een koppeling komt tussen CBF en de gegevens van KvK en fiscus?

 


Kemps: "Dat zit er voorlopig niet in! Transparantie zullen we op eigen kracht moeten regelen. Daarmee zijn we bezig."

 


Er wordt in 2006 meer besteed aan de doelstelling, terwijl er in absolute zin minder geld beschikbaar is. Is dit volledig te verklaren door lagere inkomsten uit beleggingen + "geen tsunami"? Kunt u dit verklaren?

 


Kemps: "In 2006 hebben 431 instellingen minder besteed en 248 meer besteed dan beschikbaar is gekomen voor de doelstelling. Per saldo is er 12 miljoen toegevoegd aan de reserves en fondsen. Dit is beduidend minder dan voorgaande jaren. Deels heeft het te maken met de verplichtingen die na 31-12-2005 zijn aangegaan in het kader van de wederopbouw na de Tsunami. De Tsunami-opbrengsten zijn in het jaar 2005 verantwoord, terwijl de meeste verplichtingen zijn aangegaan in 2005 en 2006. Deze verplichtingen dienen als besteding verantwoord te worden in de jaren 2005, 2006 en wellicht 2007. Of het resultaat op beleggingen hierop invloed heeft denk ik niet aangezien het resultaat mede bepaald wordt door ongerealiseerde koersverschillen."

 


Hoe sterk bepalend is deze factor "inkomsten uit beleggingen"? Als we straks het verslag 2007 krijgen, zullen we op dit punt waarschijnlijk niet veel vrolijke gezichten zien nu de koerswinst van het afgelopen jaar de laatste weken vrijwel geheel verdampt is.

 


Kemps: "Nee dat klopt, maar zoals al eerder gezegd worden de schommelingen in de beleggingsresultaten mede bepaald door de ongerealiseerde koersverschillen. In hoeverre de fondsenwervende instellingen nog in aandelen beleggen is niet bekend."

 


Jullie relativeren de weer sterk stijgende inkomsten uit nalatenschappen: is het te vroeg om nu de vlag al uit te steken en de komst van de Gouden Eeuw van de Filantropie officieel te bevestigen?

 


Kemps: "Even in perspectief: er is een stijging geconstateerd van 38 miljoen, terwijl de stijging bij de top 10 ruim 25 miljoen bedroeg. Deze stijging is mede het gevolg van incidentele factoren, zoals eenmalige grote nalatenschappen. Er is wel een lichte groei bij de meeste grote fondsenwervende instellingen, maar nog niet voldoende om nu al ‘officieel' van de Gouden Eeuw te spreken.

Zoals jullie al opmerkten, zullen de beleggingsresultaten in 2007 tegenvallen. Dit kan invloed hebben op de hoogte van de nalatenschappen, zeker als er een aandelenpakket wordt nagelaten.

Kortom deze post is moeilijk te voorspellen zoals is gebleken in afgelopen vijf jaar."

 


Voor een correlatie tussen de conjunctuurmeters van CPB en het donateursvertrouwen vinden jullie het te vroeg, maar is dit eerlijk gezegd niet een beetje een open deur: natuurlijk is er een relatie! Wat is uw mening?

 


Kemps: "Uit de afgelopen jaren blijkt dat parameters van het CPB sterker fluctueren dan het donateursvertrouwen. Dat wordt ook door publicitaire incidenten beïnvloed en door (vooralsnog) onverklaarbare factoren. In 2005-2006 zien we een gelijktijdig opgaande beweging van een positieve conjunctuur en een toenemend vertrouwen zoals geregistreerd door het Nationale Donateurspanel dat jullie tweemaandelijks in FM publicere, waardoor we deze relatie onder de aandacht willen brengen zonder daar nu reeds al te veel conclusies aan te willen verbinden."

 


Kun je zeggen: hoe verder de overheid zich terugtrekt, hoe hoger de subsidies worden? Je zou het bijna zeggen als je de stijging op dit punt ziet. Of is dit beeld vertekend door het grote aandeel van de MFO's in de toekenning van overheidssubsidies? En als dat zo is, is het dan niet des te zorgelijker dat die MFO's straks ook vastzitten aan de 25%-norm?

 


Kemps: "Het aantal instellingen dat subsidies verantwoordt in de jaarrekening is in de afgelopen 5 jaar aanzienlijk toegenomen. In 2002 betrof het 160 organisaties tegen 294 organisaties in 2006.

De ontwikkeling in de homogene groep (98 instellingen) laat het volgende zien: in 2002 was deze groep goed voor 93% van de totale subsidiebaten; in 2006 komen we op 80%.

Jullie stelling klopt, maar de stijging is naast de toename van de subsidiebaten voor MFO's ook veroorzaakt doordat veel meer organisatie subsidie ontvangen dan in het verleden.

Een aantal MFO's werft al fondsen en komt boven de 25% norm (baten uit eigen fondsenwerving) uit, zoals Cordaid en Oxfam Novib. Andere instellingen hebben andere inkomsten die voor de overheidsnorm van 25% meetellen, zoals EU-subsidies. MFO's die nog geen fondsen werven zijn niet opgenomen in ons verslag. Het zal niet meevallen voor deze instellingen om op korte termijn te kunnen voldoen aan de 25%-norm en je merkt dat andere onderlinge verhoudingen ontstaan in de sector. Dit kan verklaard worden door de druk van de door de overheid geïntroduceerde draagvlaknorm."

 


In het verslag zijn de gegevens verwerkt van 705 instellingen, maar meer dan de helft (383) instellingen hebben alleen aan jullie gerapporteerd, zonder dat ze door jullie beoordeeld zijn: wordt hierdoor het totale beeld niet vertekend?

 


Kemps: "Deze 383 instellingen vertegenwoordigen ruim 91% van de totale inkomsten en op zich wordt hierdoor het totale beeld niet vertekend."